Operation Manual
9
VOORBEREIDING
Aansluitingen
11
11
1 CONTROLE POORT
Deze aansluiting wordt alleen gebruikt voor het bedienen
van de projector via de computer.
22
22
2 COMPUTER IN 1 / COMPONENT IN
Het signaal van een computer, RGB Scart video of een
component signaal hier aansluiten. (blz. 14, 16)
33
33
3 COMPUTER IN 2 / MONITOR UIT
Deze aansluiting kan gebruikt worden voor het verbinden
van een afzonderlijke videomonitor. De signalen van
COMPUTER 1 / COMPONENT IN verschijnen hier.
(blz. 14, 16)
44
44
4 COMPUTER IN 1 / DVI-I
Het signaal van een computer met digitale / analoge
DVI-I uitgang hier aansluiten. (blz. 14, 16)
55
55
5 LAN aansluiting
Met de LAN kabel verbinden. Zie gebruiksaanwijzing van
de netwerkfuncties.
66
66
6 S-VIDEO IN
Een S-VIDEO SIGNAAL hier aansluiten. (blz. 15)
77
77
7 KLANK UIT (VARIABEL)
Een uitwendige versterker hier aansluiten. (blz. 14, 16) Deze
uitgang voert de signalen aangesloten op de KLANK Ingang Aà
of 9.
88
88
8 KLANK IN COMPUTER 1 / COMPUTER 2
Het klank signaal (stereo) van een computer of een video
signaal verbonden met 4 of 2 hier aansluiten.
(blz. 14, 16)
99
99
9 KLANK IN
Het klank signaal (stereo) van een computer of een compo-
nent signaal verbonden met 5 of 9 hier aansluiten. (blz. 15)
AàAà
AàAà
Aà VIDEO IN
Een composite videosignaal hier aansluiten. (blz. 15)
Aà 9 8 7 6
1 2 3
4 5










