Operation Manual
18 Hoofdstuk 2. Instellingen
Vergrendelen
Met de vergrendeling verhindert u dat onbevoegden uw
faxapparaat gebruiken. U kunt òf het hele toetsenbord òf
de cijfertoetsen van uw faxapparaat vergrendelen.
Code intoetsen
U moet eerst een code intoetsen, waarmee u de vergren-
deling activeert respectievelijk deactiveert.
1 Druk op MENU/OK,
61
en OK.
2 Selecteer met
¾
blokkeercode, en bevestig
dit met OK.
3 Toets een viercijferige code in en bevestig deze met
OK.
4 Toets de code ter bevestiging nogmaals in en druk op
OK. Met C keert u naar de voorafgaande menustap
terug; met STOP bereikt u de uitgangspositie.
Hebt u al een code opgeslagen, vraagt het apparaat u
eerst naar de oude code voordat u een nieuwe code kunt
intoetsen.
Toetsenbord vergrendelen
1 Druk op MENU/OK,
61
en OK.
2 Selecteer met
¾
keyb.geblok., en bevestig
dit met OK.
3 Toets de viercijferige vergrendelingscode in en beves-
tig deze met OK. Selecteer met
¾
Met.
4 Bevestig dit met OK. Met C keert u naar de voor-
afgaande menustap terug; met STOP bereikt u de
uitgangspositie.
Op het faxapparaat zijn alle toetsen geblokkeerd. Pas na
invoer van de code kunt u functies oproepen of cijfers
intoetsen. De vergrendeling wordt na elk gebruik inge-
schakeld. U kunt de vergrendeling van het toetsenbord
opheff en door de procedure te herhalen en onder punt 3
zonder te selecteren.
Cijfertoetsen vergrendelen
1 Druk op MENU/OK,
61
en OK.
2 Selecteer met
¾
geblok.nr., en bevestig dit
met OK.
3 Toets de viercijferige vergrendelingscode in en be-
vestig deze met OK. Selecteer met
¾
enkel
dir.
4 Bevestig dit met OK. Met C keert u naar de voor-
afgaande menustap terug; met STOP bereikt u de
uitgangspositie.
Op het faxapparaat zijn nu de cijfertoetsen geblokkeerd. U
kunt de vergrendeling van de cijfertoetsen opheff en door de
procedure te herhalen en onder punt 3 vrij te selecteren.
Energiebesparingsmodus
Uw apparaat schakelt standaard naar de energiebespa-
ringsmodus. U hoeft deze modus niet in te stellen. Als
u een fax ontvangt of een afdruk of kopie wilt maken,
schakelt uw apparaat automatisch van de energiebespa-
ringsmodus naar de bedrijfsmodus.
Faxontvangstmodus
instellen
Dankzij de ingebouwde faxschakelaar kunt u met één
telefoonaansluiting faxen en extra apparatuur gebruiken.
U kunt uit 3 bedrijfsmodi kiezen:
FAX, EXT/ANTW
(antwoordapparaat) of handmatig.
Druk op de MODE-toets om de gewenste bedrijfsmodus
te selecteren. Op het display verschijnt de geselecteerde
faxontvangstmodus.
Instellen van het aantal belsignalen
De faxschakelaar van uw apparaat scheidt faxberichten
van telefoongesprekken. Bovendien kan de faxschake-
laar extra aangesloten apparaten controleren die u via
de EXT-bus op uw faxapparaat hebt aangesloten. Het
aantal belsignalen voor de faxontvangstmodus stelt u met
de functie 17 in.
1 Druk op MENU/OK,
17
en OK.
2 Selecteer met
¾
uit de lijst van de mogelijke bel-
signalen. U kunt tussen 0 en 5 belsignalen instellen.
3 Bevestig dit met OK. Met C keert u naar de voor-
afgaande menustap terug; met STOP bereikt u de
uitgangspositie.
Handmatige modus
In de handmatig-modus moet u de faxontvangst
handmatig starten, als u een faxbericht ontvangt. Druk
op START, om de fax te ontvangen. Een automati-
sche ontvangst is met deze instelling niet mogelijk. De
handmatig-modus is zinvol, als u een fax op een aan-
gesloten computer wilt ontvangen.










