Operation Manual
2. Instellingen
2. Instellingen
17
Hoofdstuk 2. Instellingen
Belsignaal
Volume
Met de functie 18 stelt u het volume van het belsignaal
in. Er staan drie verschillende volumetrappen ter be-
schikking. Selecteer uit, om het belsignaal compleet
uit te schakelen. Uw apparaat ontvangt binnenkomende
faxberichten automatisch, zonder te rinkelen. Is uw fax-
apparaat op de manuele ontvangstmodus ingesteld, kunt
u binnenkomende faxberichten niet horen en ontvangen
(zie hoofdstuk Faxontvangstmodus instellen).
1 Druk op MENU/OK,
18
en OK.
2 Selecteer met
¾
het gewenste volume. Er staan
drie volumetrappen (zacht, Matig, hard) of
uit ter beschikking.
3 Bevestig dit met OK. Met C keert u naar de voor-
afgaande menustap terug; met STOP bereikt u de
uitgangspositie.
Resolutie
U kunt met de
h
/
f
/
F
-toets de resolutie voor het
ontvangen of versturen van een fax instellen. Op het
display verschijnt het symbool van de gekozen resolutie:
NORMAAL – voor documenten zonder bijzondere
kenmerken
h
/ FINO – voor documenten met klein gedrukte
teksten of tekeningen
f
/ SFINO –
voor documenten met talrijke details
F
/FOTO – voor foto’s
¡
Met functie 16 kunt u de voorinstelling voor
de resolutie kiezen. Druk op MENU/OK,
16
en OK. Selecteer met
¾
resolutie,
en druk op OK. Kies de gewenste resolutie en
bevestig dit met OK. Met C keert u naar de voor-
afgaande menustap terug; met STOP bereikt u de
uitgangspositie.
Beveiligde faxontvangst
U kunt de faxontvangst met een code beveiligen. Binnen-
komende faxen worden niet afgedrukt, maar in het fax-
geheugen opgeslagen. Alleen na invoer van een pincode
kunt u deze faxberichten afdrukken. Met de functie 28
toetst u een pincode in, activeert u de beveiligde faxont-
vangst of drukt u opgeslagen faxberichten af.
Pincode intoetsen
1 Druk op MENU/OK,
27
en OK.
2 Selecteer met
¾
geheugen code, en bevestig
dit met OK. Toets een viercijferige pincode in.
3 Bevestig dit met OK. Met C keert u naar de voor-
afgaande menustap terug; met STOP bereikt u de
uitgangspositie.
Activeren/Deactiveren
1 Druk op MENU/OK,
27
en OK.
2 Selecteer met
¾
activeren, en bevestig dit
met OK.
3 Toets de viercijferige pincode in en bevestig dit met
OK. Selecteer met
¾
Met of zonder.
4 Bevestig dit met OK. Met C keert u naar de voor-
afgaande menustap terug; me STOP bereikt u de
uitgangspositie.
Faxberichten afdrukken
1 Druk op MENU/OK,
27
en OK.
2 Selecteer met
¾
afdrukken, bevestig dit met
OK. Toets de viercijferige pincode in.
3 Bevestig dit met OK. De opgeslagen faxberichten
worden afgedrukt en uit het geheugen gewist. Met
C keert u naar de voorafgaande menustap terug; met
STOP bereikt u de uitgangspositie.










