Operation Manual
30
Berichten
Op het invoerscherm gebruikt u de toets om naar andere invoeropties te gaan.
Invoermodi
Met de
ABC-modus
voert u woorden in die niet in het woordenboek
voorkomen. Om een bepaald teken te krijgen, moet u enkele malen op
de overeenkomstige toets drukken: de tekens verschuiven over het
scherm. Met de
123-modus
voert u getallen in.
Met
Invoegen
voegt u symbolen, emoticons, geluiden, visitekaartjes en
een kalender toe. Er zijn twee typen afbeeldingen en geluiden: vooraf
ingestelde of aangepaste. Vooraf ingestelde afbeeldingen en geluiden
nemen minder ruimte in. Ze zijn speciaal geschikt gemaakt voor het
berichtenverkeer.
Hoofdletters
Als u lang op drukt, wordt de volgende letter als hoofdletter
weergegeven.
Als u tweemaal lang op drukt, schakelt u over op hoofdletters voor het
hele bericht.
Interpunctietekens
U maakt leestekens (interpunctietekens) met de toets
1
(behalve in
123
modus) of in de
invoegmodus
(snelle toegang door kort op de
toets te drukken).
Tekens met accenten
Tekens met accenten worden automatisch gegenereerd in de T9-modus.
In de ABC-modus zijn tekens met accenten beschikbaar door op de
toets voor het betreffende teken zonder accent te drukken.
Bij het schrijven van een bericht:
krijgen de navigatietoetsen de
volgende functies:
-
De toets
:
Vorig woord
-
De toets
:
Volgende woord
-
De toets :
Vorige regel
-
De toets :
Volgende regel
-
De toets :
Laatste letter wissen
-
De toets :
Berichtopties
-
De toets
(lang indrukken):
zoommodus (grootte van
tekens wijzigen)
-
De toets
(kort indrukken):
Naar de symbolentabel
251729221_myC5-2_lu_nl.book Page 30 Mardi, 12. octobre 2004 2:43 14