Operation Manual
3-10
Uw machine instellen
Huidige datum: 4 février 2005
C:\Documents and Settings\G097447\Bureau\MFK V2 LU 251 837 312A MF3725 NL\Configuration NL.fm
• het IP-adres, het adres van het subnetmasker en het gateway-adres invoeren
Om de instellingen van de netwerkkaart te controleren of te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
Druk op MENU.
Druk meerdere keren op de toets of tot INTERFACE verschijnt. Een van onderstaande
interface-aanduidingen verschijnt, om aan te geven welke interface actief is.
Druk op ENTER, een knipperend "?" verschijnt.
Druk meerdere keren op de toetsen of tot de melding OPTIONEEL verschijnt. Druk op
E
NTER.
Druk op >
Dit voorbeeld laat zien hoe u het TCP/IP protocol kunt activeren om de terminal aan te sluiten
op het netwerk. Dezelfde procedure geldt voor het activeren van Netware en EtherTalk.
Druk meerdere keren op de toetsen of tot de melding TCP/IP verschijnt. Druk op E
NTER.
Als TCP/IP INACTIEF is: druk op E
NTER, een knipperend "?" verschijnt. Selecteer de optie
ACTIEF met de toetsen of . Druk nogmaals op E
NTER.
Automatische configuratie van de IP-instellingen
Deze instelling kan uitgevoerd worden als het TCP/IP protocol actief is. Het verdient aanbeveling de
configuratie van uw terminal handmatig uit te voeren. Een automatische configuratie van de
instellingen van het lokale netwerk is echter mogelijk, mits uw lokale netwerk voorzien is van een
DHCP- of BOOTP-server die dynamisch adressen kan toewijzen aan de randapparaten die op het LAN
zijn aangesloten.
U kunt de instellingen van het lokale netwerk als volgt automatisch configureren:
MENU - - INTERFACE > - - TCP/IP > DHCP
Druk op ENTER, een knipperend "?" verschijnt.
Selecteer de optie ACTIEF met de toetsen of , en druk op ENTER.
Druk op MENU.
Zet uw terminal uit en weer aan. De configuratie van het IP-adres is nu voltooid
Handmatige configuratie van de IP-instellingen
Deze instelling kan uitgevoerd worden als het TCP/IP protocol actief is.
Voor het handmatig configureren van uw terminal heeft u de gebruikelijke gegevens nodig voor het
configureren van een randapparaat (IP-adres, subnetwerkmasker en gateway-adres).
•P
ARALLEL (standaardinstelling)
•USB
•O
PTIONEEL (wanneer de netwerkkaart geïnstalleerd wordt)