Operation Manual

6
3 Basis Functies
Deze handleiding beschrijft hoe u het Android-platform kunt gebruiken.
Na het aanzetten van uw ontvanger, wordt het startscherm geopend. Het is een unieke
startscherm en door onszelf ontworpen. De pictogrammen in de balk blijven zichtbaar
op elke homescreen (startscherm). Alle pictogrammen in het midden blijven
permanent. Klik erop om alle apps en widgets te bekijken. In het midden van uw
startscherm kunt u apps, widgets en folders aanhouden. Om een app, folder of widget
te openen, klikt u op het pictogram.
3.1 Verbinding maken met Wi-Fi netwerken
Wi-Fi is een technologie voor draadloze netwerken die internettoegang op afstanden
van maximaal 100 meter kan bieden, afhankelijk van de Wi-Fi-router en uw omgeving.
Om Wi-Fi te gebruiken, dient u verbinding te maken met een draadloos toegangspunt
of "hotspot". Sommige hotspots zijn open en kun je gewoon verbinding maken met de
hotspot. Anderen implementeren beveiligingsfuncties die andere stappen vereisen om
op te zetten, zoals digitale certificaten of andere manieren om ervoor te zorgen dat
alleen geautoriseerde gebruikers verbinding kunnen maken. Om de levensduur van
uw batterij te verlengen, schakel Wi-Fi uit als u het niet gebruikt. U kunt u apparaat zo
instellen dat het automatisch Wi-Fi uitschakelt bij slaapstand.
Schakel Wi-Fi aan en maak
verbinding met een Wi-Fi netwerk.
Wi-Fi wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een Wi-Fi
netwerk wilt toevoegen bij het eerste
gebruik.
1. Klik op de instellingen pictogram
“instelling” op start of apps scherm.
2. Klik op het pictogram Meer, kies
vervolgens Wi-Fi.
3. Schuif de Wi-Fi schakelaar in de Aan stand. Het apparaat zoekt de beschikbare
Wi-Fi netwerken en geeft deze weer. Beveiligde netwerken worden aangeduid met een
beveiligings pictogram. Als het apparaat een netwerk vindt waar u eerder mee was
verbonden, verbindt het met deze.
4. Klik op een netwerk naam voor meer details of om er verbinding mee te maken. Als