Quick Start Guide

7
Ruitenwissers zonder regensensor
0 Ruststand
1 Wissers maken één enkele slag (terugverende
stand)
2 Intervalfunctie, interval instellen met de draaiknop
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Voorruit- en koplampsproeiers
(hendel naar het stuur halen)
Wissers/sproeiers
Voorruitwissers met regensensor
0 Ruststand
1 Wissers maken één enkele slag (terugverende
stand)
2 AUTO - regensensor actief, aangegeven op SID
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Voorruit- en koplampsproeiers
(hendel naar het stuur halen)
Na het afzetten van de motor de hendel in stand
(0) duwen en daarna opnieuw in stand (2) om
de regensensor in te schakelen.
De gevoeligheidsgraad van de regensensor is
in te stellen in Settings (SID).
Achterruitwissers
1Ruststand
2 Intervalfunctie
3 Sproeiers en wissers
Opgelet! Als de voorruitwissers actief zijn, gaan
de achterruitwissers over op de intervalfunctie
zodra u de achteruitversnelling inschakelt terwijl
de motor loopt.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten
en bediening.)