Operation Manual

36
Ingangsimpedantie instelling (alleen CH 1 en CH 2)
1 2 21 3 4
1. Druk op de CHANNEL [ ] or [ ] knop.
De CHANNEL [ ] [ ] knoppen lichten op, en het voorversterker instellingsscherm verschijnt.
2. Gebruik de CHANNEL [ ] [ ] knoppen om het kanaal dat u wilt bijstellen te
selecteren.
3. Draai aan de [CURSOR/VALUE] knop om de cursor naar ‘Hi-Z’ te verplaatsen.
4. Gebruik de [CURSOR/VALUE] knop om de instelling te veranderen.
Sluit de microfoon op INPUT 1 aan Lo-Z (het aankruisvakje niet aangekruist)
Sluit de gitaar op INPUT 2 aan Hi-Z (selecteer het aankruisvakje)
Het geluid wordt tijdelijk gedempt op het moment dat de ingangsimpedantie wordt veranderd.
Fantoomvoeding aan/uit
Als u een condensator microfoon gebruikt, zet u de fantoomvoeding schakelaar aan.
* U moet de fantoomvoeding schakelaar uitzetten als u een apparaat heeft aangesloten
waarvoor geen fantoomvoeding is vereist. Als een dergelijk apparaat van fantoomvoeding
wordt voorzien, kunnen storingen optreden.
21 2
3
1
1. Druk op de CHANNEL [ ] or [ ] knop.
De CHANNEL [ ] [ ] knoppen lichten op, en het voorversterker instellingsscherm verschijnt.
2. Gebruik de CHANNEL [ ] [ ] knoppen om het kanaal dat u wilt aanpassen te
selecteren.
3. Druk op de [
] knop.
Wanneer fantoomvoeding is ingeschakeld, licht de [ ]knop op.