Operation Manual

87
JX-305 – Handleiding
Eenvoudig uitgedrukt zorgen positieve en negatieve
waarden dat het geluid respectievelijk luider en zach-
ter wordt naarmate u harder aanslaat.
We hebben al gezien hoe u met de regelaars op het
frontpaneel de “grove contouren van de envelope
kunt regelen. Met de volgende parameters kunt u de
AMP Envelope in detail instellen.
Time 1~4
(0~127) Hiermee bepaalt u vier keer de overgangs-
snelheid naar de volgende Level-waarde. Hoe hoger de
waarde die u specifieert, hoe langzamer de overgang.
Opgelet: De [ATTACK]-regelaar op het frontpaneel komt
overeen met Time1, [DECAY] met Time 3 en [RELEASE]
met Time4.
Level 1~3
(0~127) Hiermee specifieert u telkens het volume.
Zoals u ziet, is er geen Time4-parameter. Die zou
namelijk betekenen dat de noten niet meer stoppen
(zodra u een waarde groeter dan 0 instelt.
Opgelet: De [SUSTAIN]-regelaar op het frontpaneel komt
overeen met Level3.
Velo Time1
(–100~+100) Hiermee bepaalt u in welke mate de
Time1-waarde wordt gestuurd door de kracht waar-
mee u de toetsen aanslaat.
Kiest u positieve waarden, dan wordt Time1 sneller als
u de toetsen harder aanslaat. Kiest u negatieve waar-
den, dan wordt Time1 in dat geval trager.
Tip: Positieve waarden voor deze parameter kunnen
bijvoorbeeld hun nut bewijzen voor strijkersklanken:
als u zacht aanslaat zwellen de stijkers langzaam aan,
slaat u hard aan dan spelen de strijkers met een snelle,
percussieve toon.
Velo Time4
(–100~+100) Hiermee bepaalt u in welke mate de
Time4-waarde wordt beïnvloed door de snelheid
waarmee u de toetsen loslaat.
Kiest u positieve waarden, dan wordt Time4 sneller
naarmate u de toetsen sneller loslaat. Kiest u negatieve
waarden, dan wordt Time4 in dat geval trager.
Time KF (Key Follow)
(–100~+100) Met deze parameter maakt u de Enve-
lope-tijden (Time 2/3/4) afhankelijk van de klavier-
toets die u aanslaat. Hoe hoger deze waarde, hoe gro-
ter de afwijking van de envelope van C4. Naar gelang u
positieve of negatieve waarden kiest worden de tijden
korter resp. langer naarmate u hogere noten speelt.
Opgelet: Ook deze parameter bewijst uitstekende diensten
om akoestische fenomenen na te bootsen, zoals het progres-
sief sneller uitsterven van de hoge noten op een piano.
Als u Level1 op “0” instelt, regelt u met Time1 [A] de ver-
traging tussen het moment dat u de toets indrukt en het
moment dat het geluid begint (tijdens Time1 hoort u name-
lijk geen geluid).
10.7 Geluid moduleren (LFO)
LFO staat voor Low Frequency Oscillator. In gewoon
Nederlands betekent dat “lage-frequentie oscillator”,
maar daar hebt u waarschijnlijk ook niet zoveel aan.
Laat we daarom kijken wat de LFO doet.
Het oscilleren van zo’n LFO wordt in de regel gebruikt
om bepaalde aspecten van een Tone te veranderen (te
“moduleren”). Meestal gaat het daarbij om toon-
hoogte, klankkleur (filter) en volume (amplitude). U
hoort daarbij als het ware de golven die de lage fre-
quenties van de LFO veroorzaken. Dat klinkt mis-
schien ingewikkeld, maar als u de onderstaande stap-
pen even met ons doorneemt, begrijpt u meteen waar-
over het gaat.
De JX-305 beschikt over twee LFO’s. Aangezien ze vol-
ledig identiek zijn, gaat het volgende stukje zowel over
LFO1 als over LFO2.
Golfvorm kiezen (LFO1 Waveform)
1.
Druk in de REALTIME MODIFY-sectie zo vaak op
[FILTER/AMP/PITCH] tot de LFO1-indicator
oplicht.
2.
Houd de [FILTER/AMP/PITCH]-knop ingedrukt
terwijl u met [INC] [DEC] of de [VALUE]-draaischijf
de gewenste golfvorm kiest.
Time1(A) Time2
Level1
Level2 Level3(S)
Time3(D) Time4(R)
Toets in Toets uit
DEC INC
ENVELOPE
LFO 1
EFFECTS