Operation Manual
Zelf klanken maken Toonhoogte wijzigen (PITCH)
78
Overige Pitch-parameters
1.
Druk op NUMBER [3] (PITCH).
U komt terecht op een PITCH-pagina.
2.
Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en
specifieer met [INC] [DEC] of de [VALUE]-draai-
schijf de gewenste waarde.
Coarse Tune & Fine Tune
Zie hierboven.
Rnd Pitch
(0~1200) Hiermee bepaalt u de mate waarin de toon-
hoogte van iedere noot willekeurig varieert. Hoe hoger
de waarde die u kiest, hoe groter de willekeurige toon-
hoogtevariatie. Kiest u “0”, dan blijft de toonhoogte
constant.
Key Follow
(-100~+200) De toonhoogte wordt in eerste instantie
bepaald door de gespeelde noten. Met de Key Follow-
parameter kunt u bepalen op welke manier dat
gebeurt. Normaal mag u deze waarde op “+100” laten
staan, maar voor speciale toepassingen kunt u bijvoor-
beeld ook negatieve waarden kiezen. In dat geval
hoort u, naarmate u hogere toetsen indrukt, steeds
lagere noten.
Voor instrumenten die van nature weinig toonhoogte-
variatie hebben, zoals slagwerkinstrumenten, kunt u
misschien eens een Key Follow-waarde van “–10” of
“+20” proberen.
P-ENV (Pitch Envelope)
Zie “Pitch Envelope (P-ENV)” op blz. 76.
Velo Sens
(–100~+150) Hiermee bepaalt u in welke mate de
intensiteit van de Pitch Envelope afhangt van de
kracht waarmee u de toetsen aanslaat. Kiest u posi-
tieve (+) waarden, dan is de toonhoogtebuiging ster-
ker naarmate u de toetsen harder indrukt. Bij nega-
tieve (–) waarden gebeurt het omgekeerde: de toon-
hoogtebuiging wordt minder uitgesproken naarmate u
de toesten harder indrukt.
FX ON / OFF
EDIT
3
HH
PITCH
PAG E
LOWER UPPER
+100
“Traditioneel”: 12 toetsen hoger op het klavier klinkt één
octaaf hoger.
+200 12 toetsen hoger klinkt twee octaven hoger.
0
De toonhoogte blijft steeds gelijk, ongeacht de klaviertoets
die u indrukt.
-100 12 toetsen hoger klinkt één octaaf lager.
C4C3C2C1 C5 C6 C7
0
+50
+100
+200
-50
-100
Toets
Toonhoogte










