Operation Manual
Zelf klanken maken Toonhoogte wijzigen (PITCH)
76
FXM SW (FXM Switch)
Schakel deze parameter in (ON) als u FXM wilt
gebruiken.
FXM Color
(1~4) Kies het type frequentiemodulatie dat u wilt
gebruiken. Naarmate u hier een hogere waarde kiest
wordt het geluid agressiever. Lagere waarden resulte-
ren in een metalig geluid.
FXM Depth
(1~16) Hiermee regelt u de diepte (intensiteit) van de
frequentiemodulatie.
10.4 Toonhoogte wijzigen (PITCH)
Met de Pitch-parameters maakt u instellingen die
betrekking hebben op de toonhoogte.
Snelle werkwijze
Fijnstemmen (Fine Tune)
Met deze parameter past u de toonhoogte aan in stap-
pen van een één cent (1/100ste van een halve toon).
1.
Druk in de REALTIME MODIFY-sectie zo vaak op
[FILTER/AMP/PITCH] tot de PITCH-indicator
oplicht.
2.
Kies met de [FINE TUNE]-regelaar de gewenste
waarde (-50~+50 cents).
Draai de regelaar naar rechts voor een hogere stem-
ming en in tegenwijzerzin voor een lagere. Door voor
twee Tones dezelfde golfvorm te kiezen, ze beide
dezelfde Coarse Tune-waarde te geven en vervolgens
met Fine Tune lichtjes tegenover elkaar te ontstemmen
maakt u een vol, zwevend geluid.
“Ruw” stemmen (Coarse Tune)
Met deze parameter past u de toonhoogte aan in stap-
pen van een halve toon.
1.
Druk in de REALTIME MODIFY-sectie zo vaak op
[FILTER/AMP/PITCH] tot de PITCH-indicator
oplicht.
2.
Houd de [FILTER/AMP/PITCH]-knop ingedrukt
terwijl u met [INC] [DEC] of de [VALUE]-draaischijf
de gewenste waarde instelt.
Draai de regelaar naar rechts voor een hogere toon-
aard en naar links voor een lagere. Instelbereik: –48~
+48 halve tonen (dus 4 octaven lager/hoger).
Pitch Envelope (P-ENV)
Bij bepaalde akoestische instrumenten is de toon-
hoogte niet echt stabiel. Meestal treden er bij het begin
kleine verschillen op en is de stemming pas enkele
ogenblikken daarna echt stabiel. Dit kunt u met de
Pitch Envelope simuleren.
1.
Druk in de REALTIME MODIFY-sectie zo vaak op
[FILTER/AMP/PITCH] tot de PITCH-indicator
oplicht.
2.
Druk zo vaak op [ENVELOPE/LFO1/EFFECTS] tot
de ENVELOPE-indicator oplicht.
3.
Stel de Envelope-parameters in met de regelaars:
RESONANCE
PANPOT
FINE TUNE
FILTER
AMP
PITCH
DEC INC
FILTER
AMP
PITCH
+
0
-
Toonhoogte
Tijd
Level1=Level2=+63
Level4=0
Time2=0
+
0
–
A
D
S
R
Toonhoogte
Noot aan Noot uit
Tijd
ENVELOPE
LFO 1
EFFECTS
RATE
REVERB LEVEL
FADE TIME
DELAY LEVEL
PITCH DEPTH
MULTI CTRL1
FILTER DEPTH
MULTI CTRL 2
AMP DEPTH
MULTI CTRL 3
REALTIME MODIFY
ATTACK DECAY SUSTAIN RELEASE DEPTH FILTER
AMP
PITCH
Attack Decay Sustain Release










