Operation Manual
Zelf klanken maken Patches maken: algemene werkwijze
74
Welke parameters zijn aan welke regelaar toege-
wezen?
De functie van de regelaars kunt u aflezen aan de indi-
cators van de [ENVELOPE/LFO1/EFFECTS]- en de
[FILTER/AMP/PITCH]-knop.
Als ENVELOPE en FILTER oplichten:
In dat geval zijn de regelaars aan de Envelope-parame-
ters van het filter toegewezen (zie blz. 81):
1: Filter Envelope Attack Time
2: Filter Envelope Decay Time
3: Filter Envelope Sustain Level
4: Filter Envelope Release Time
5: Filter Envelope Depth
6: Cutoff Frequency
7: Resonance
Als ENVELOPE en AMP oplichten:
In dit geval dienen de regelaars voor het instellen van
de AMP-Envelope (zie blz. 84).
1: Amplifier Envelope Attack Time
2: Amplifier Envelope Decay Time
3: Amplifier Envelope Sustain Level
4: Amplifier Envelope Release Time
5: – (geen functie).
6: Tone Level
7: Tone Pan
Als ENVELOPE en PITCH oplichten
U begint het waarschijnlijk te kennen: wie “Envelope”
en “Pitch” zegt, zegt “Pitch Envelope” (toonhoogtever-
loop) (zie blz. 77). Alhoewel… in dit geval zijn er ook
nog andere toonhoogte-parameters aan de regelaars
toegewezen.
1: Pitch Envelope Attack Time
2: Pitch Envelope Decay Time
3: Pitch Envelope Sustain Level
4: Pitch Envelope Release Time
5: Pitch Envelope Depth
6: Portamento Time
7: Fine Tune
Als de LFO1-indicator oplicht:
1: LFO1 Rate
2: LFO1 Fade Time
3: LFO1 Pitch Depth
4: LFO1 Filter Depth
5: LFO1 Amplifier Depth
6, 7: Naar gelang de status van [FILTER/AMP/PITCH]
Als de EFFECTS-indicator oplicht:
1: Reverb Level (zie blz. 106)
2: Delay Level (zie blz. 108)
3: Multi-Effects Control 1
4: Multi-Effects Control 2
5: Multi-Effects Control 3 106)
6, 7: Naar gelang de status van [FILTER/AMP/PITCH]
Opgelet: Tijdens het editen van een Patch kunt u de
pagina’s met de effectparameters niet oproepen.
Naar de edit-pagina gaan zonder de waarde te
wijzigen
Wilt u een waarde even bekijken zonder ze meteen te
wijzigen, houd dan [SHIFT] ingedrukt terwijl u aan
de regelaar draait. U gaat dan naar de overeenkom-
stige display-pagina, maar de waarde wordt onge-
moeid gelaten.
Waardeverhouding tussen Tones behouden
Als u op een edit-pagina een waarde wijzigt met [INC]
[DEC] of [VALUE]-draaischijf, dan wordt de relatieve
verhouding tussen de Tones behouden.
Tones in- en uitschakelen en selecteren voor het
editen
Op de Patch-editpagina’s ziet u telkens de parameter-
instellingen voor alle vier de Tones:
In dat geval verandert de functie van de BANK-knop-
pen [1]~[8]: deze knoppen dienen dan enerzijds voor
het in- en uitschakelen van de Tones (1~4) en voor het
kiezen van de Tones (5~8) die u wilt selecteren:
Het pijltje (®) duid telkens de Tone aan die u kunt
editen (op bovenstaande display-pagina is dat bv. Tone
1).
Door twee of meer TONE SELECT-knoppen samen in
te drukken kunt u alle betreffende Tones activeren
voor het editwerk.
6.
Om de editpagina’s weer te verlaten moet u op
[EDIT] of [EXIT] drukken.
Zodra u ook maar één Patch-parameter wijzigt, wordt
het adres van de momenteel geselecteerde Patch voor-
afgegaan door een sterretje (*). Dit betekent dat u de
CUTOFF
LEVEL
PORTA TIME
RESONANCE
PANPOT
FINE TUNE
ENVELOPE
LFO 1
EFFECTS
RATE
REVERB LEVEL
FADE TIME
DELAY LEVEL
PITCH DEPTH
MULTI CTRL1
FILTER DEPTH
MULTI CTRL 2
AMP DEPTH
MULTI CTRL 3
REALTIME MODIFY
ATTACK DECAY SUSTAIN RELEASE DEPTH FILTER
AMP
PITCH
[ENVELOPE/LFO1/EFFECTS]
[FILTER/AMP/PITCH]
CUTOFF
LEVEL
PORTA TIME
RESONANCE
PANPOT
FINE TUNE
ENVELOPE
LFO 1
EFFECTS
RATE
REVERB LEVEL
FADE TIME
DELAY LEVEL
PITCH DEPTH
MULTI CTRL1
FILTER DEPTH
MULTI CTRL 2
AMP DEPTH
MULTI CTRL 3
REALTIME MODIFY
ATTACK DECAY SUSTAIN RELEASE DEPTH FILTER
AMP
PITCH
12345 67
Patch-parameter
TONE 4
TONE 3
TONE 2
TONE 1
12345678
BANK
1234567R
PART
TONE SELECT
12341234
TONE SWITCH
ARPEGGIO
CONTROLLER
PART MIDI SEQUENCER SETUP
KEYBOARD
EFFECTSSETUP SYSTEM
Aan
TONE SWITCH TONE SELECT
Uit Deze Tone kan worden geëdit
11234 234










