Operation Manual

Patterns weergeven Geluid wijzigen met de regelaars
62
6.
Druk op [ENTER].
Er verschijnt een prompt in het display die u om
bevestiging vraagt.
7.
Druk nogmaals op [ENTER].
Zodra de kopie is gemaakt, keert u terug naar het nor-
male display. Beslist u om toch geen kopie te maken,
druk dan op [EXIT] in plaats van op [ENTER].
Opgelet: Hoe u het gekopieerde Pattern kunt opslaan leest u
onder “Patterns opslaan” op blz. 61.
Pattern initialiseren (PTN INIT)
Hiermee initialiseert u een Pattern. Dat houdt in dat
de muziekdata worden gewist en de parameters
opnieuw hun standaardwaarden krijgen.
1.
Druk op [PTN/SONG] om naar de display-pagina
met Pattern-keuzes te gaan.
2.
Kies het Pattern dat u wilt initialiseren.
Opgelet: Initialiseren is niet mogelijk indien u een Preset
Pattern kiest.
3.
Druk op [UTILITY].
4.
Kies met PAGE [<][>] INITIALIZE en druk op
[ENTER].
5.
Kies PATTERN en druk op [ENTER].
Het display vraagt u nu of u zeker weet dat u het
patroon wilt initialiseren.
6.
Druk op [ENTER].
Zodra het patroon is geïnitialiseerd, keert u terug naar
het normale display. Het geïnitialiseerde Pattern wordt
automatisch opgeslagen.
8.7 Geluid wijzigen met de
regelaars
De regelaars, die de voornaamste klankparameters
aansturen, kunt u ook tijdens de weergave bedienen.
De bewegingen die u op die manier uitvoert kunt u
bovendien opnemen. Houd er wel rekening mee dat
de instelling van de regelaars telkens op de gekozen
Part slaat – dus op de volledige Patch (alle Tones) c.q.
Rhythm Set.
1.
Kies een Pattern en start de weergave.
2.
Kies met de [PART SELECT] en de PART-knoppen
de Part waarvan u het geluid wilt wijzigen.
Welke Part u precies kunt beïnvloeden hangt af van de
momenteel gekozen klaviermode:
Single: . De (enige) Part die u via het klavier kunt aan-
sturen wordt bewerkt.
Split:. . . In dit geval is de status van de [UPPER]- en
[LOWER]-knoppen bepalend voor de Part
die u kunt wijzigen: licht de UPPER-indica-
tor op, dan gaat het om de “U”-Part. Licht de
LOWER-indicator op, gaar het om de “L”-
Part. Deze instelling kunt u tijdens het spelen
wijzigen.
Dual: . . Beide Parts worden bewerkt (omdat u ze
sowieso samen aanstuurt).
3.
Draai aan de regelaars om het geluid te wijzigen.
Opgelet: Als u de “R”-Part gekozen hebt, zijn de LFO- en
PORTAMENTO-parameters niet beschikbaar.
Opgelet: Een precieze beschrijving van de functie van alle
regelaars vindt u onder “Zelf klanken maken” op blz. 73.
Wilt u met deze regelaars plots een andere Part wijzi-
gen, dan kunt u die gewoon kiezen zonder de weer-
gave te stoppen.
Geluid van druminstrumenten wijzigen
In de Rhythm Part zit onder iedere toets een ander
geluid. Ook deze geluiden kunt u tijdens de weergave
door een filter e.d. halen.
1.
Kies een Pattern en start de weergave (zie blz. 56).
12345678
SELECT
PART
MUTE
PART
CTRL
MUTE
PREV NEXT
PRESET
USER
CARD
UTILITY
BANK
1234567R
P
A
WRITE
FX ON / OFF
QTZ SELECT
EDIT/UTILITY
GROUP PART
EDIT
CUTOFF
LEVEL
PORTA TIME
RESONANCE
PAN POT
FINE TUNE
ENVELOPE
LFO 1
EFFECTS
RATE
REVERB LEVEL
FADE TIME
DELAY LEVEL
PITCH DEPTH
MULTI CTRL1
FILTER DEPTH
MULTI CTRL 2
AMP DEPTH
MULTI CTRL 3
REALTIME MODIFY
ATTACK DECAY SUSTAIN RELEASE DEPTH FILTER
AMP
PITCH