Operation Manual
Spelen op het klavier Arpeggiator
52
PIANO BACKING, CLAVICHORD—Zoals hun
naam al doet vermoeden, werken deze stijlen goed op
klavierinstrumenten.
WALTZ, SWING WALTZ—Ternaire stijlen (3/4-
maat).
REGGAE—Reggae-achtige stijl. Werkt vooral op
akkoorden van drie noten.
PERCUSSION—Een stijl die zich goed leent voor per-
cussieklanken.
HARP—Deze stijl bootst de speeltechniek van een
harp na.
SHAMISEN—Deze stijl bootst de speeltechniek van
een shamisen na.
BOUND BALL—Deze stijl heeft het gevoel van een
op- en neerkaatsende bal.
RANDOM—Bij deze stijl worden de noten willekeu-
rig geordend.
BOSSANOVA—Stijl met onmiskenbare bossa-nova
gitaartechniek. Het beste resultaat krijgt u als u 3~4
noten ingedrukt houdt. Door het tempo op te voeren
maakt u hiervan een samba.
SALSA—Typische salsa-stijl. Houd ook hier 3~4
noten aan voor een optimaal resultaat.
MAMBO—Typische mambo-stijl. Houd ook hier 3~4
noten aan voor een optimaal resultaat.
LATIN PERCUSSION—Dit is een Style waarbij
latijns-amerikaanse percussie-instrumenten zoals
Clave, Cowbell, Clap, Bongo, Conga, Agogo enz. de
revue passeren.
SAMBA—Typische samba-stijl. Geschikt voor ritmi-
sche patronen of baslijnen.
TANGO—Typische tango-ritmes. Houd de grond-
noot, terts en kwint ingedrukt voor het beste resultaat.
HOUSE—Met deze stijl kunt u House-pianobegelei-
dingen spelen. Het beste resultaat krijgt u door 3~4
noten ingedrukt te houden.
LIMITLESS—Een “stijl” die toelaat om alle parame-
ters zelf in te stellen en op te slaan.
USER STYLE 1~10—In deze geheugens kunt u uw
eigen Styles opslaan.
‘Feel’ van de arpeggio (Accent Rate)
Met deze functie wijzigt u de intensiteit van de accen-
ten en de duur van de noten. Dat zorgt voor een ander
arpeggio-karakter.
1.
Zorg dat de indicator van de [ACCENT RATE/
OCTAVE RANGE]-knop niet brandt.
2.
Kies met de [ACCENT RATE]-regelaar de gewenste
waarde.
Hoe verder naar rechts u de regelaar draait, hoe inten-
ser de “Groove” wordt.
Octaafbereik van de arpeggio (Octave
Range)
Hiermee bepaalt u over hoeveel octaven de Arpeggia-
tor actief is (–3~+3).
1.
Zorg dat de indicator van de [ACCENT RATE/
OCTAVE RANGE]-knop oplicht .
2.
Kies met de [OCTAVE RANGE]-regelaar het
gewenste octaafbereik.
Als u de regelaar naar rechts draait, gebruikt de
Arpeggiator de octaven die hoger liggen dan het octaaf
waarin u de noten speelt. Draait u de regelaar naar
links, dan gebruikt de Arpeggiator lagere octaven.
Deze parameter moet u dus op “0” zetten als u wilt dat
de arpeggio enkel gebruik maakt van de noten die u
speelt.
ARP Destination: welke Dual-Part speelt
arpeggio’s?
Als u voor de Dual-mode gekozen hebt (aansturen van
twee Parts over het hele klavier), kunt u kiezen welke
van de twee de arpeggio’s moet spelen. U kunt ook
beide Parts activeren.
1.
Zorg dat de [ARP]-indicator oplicht.
2.
Houd [DUAL] ingedrukt terwijl u met [LOWER]
en [UPPER] de gewenste Part kiest:
Druk [LOWER] en [UPPER] samen in om Destination
op “LOWER&UPPER” te zetten.
LOWER&UPPER—Zowel de “L”- als de “U”-Part spe-
len de arpeggio’s.
LOWER—Enkel de “L”-Part speelt arpeggio’s, terwijl
de “U”-Part nog steeds “platte akkoorden” speelt.
UPPER—Enkel de “U”-Part speelt arpeggio’s, terwijl
de “L”-Part nog steeds “platte akkoorden” speelt.
Gedetailleerdere Arpeggio-instellingen
Het aanmaken van eigen patronen verloopt in de regel
in drie stadia: u stelt Style, Accent Rate en Octave Range
in. De JX-305 bevat echter nog een aantal geavan-
ceerde parameters die u eveneens kunt gebruiken om
echt precies de arpeggio te verkrijgen die u in gedach-
ten had.
OCTAVE
RANGE
RATE
ACCENT
OCTAVE
RANGE
RATE
ACCENT
DUAL
PAG E
LOWER UPPER










