Operation Manual
161
JX-305 – Handleiding
eventueel de regelaars van deze laatste bewegen om de
klank tijdens het spelen aan te passen. Als de MIDI
OUT-connector van de JX-305 verbonden is met de
MIDI IN-aansluiting van de externe sequencer, kunt u
deze bewegingen ook opnemen.
Opgelet: Als u ook een externe MIDI-klankmodule in de
keten hebt zitten, schakelt u best alle ontvangstkanalen en
ontvangstschakelaars uit voor Parts die u niet wilt gebrui-
ken.
Synchroniseren bij gebruik als klankmo-
dule
Door Sync Mode op “SLAVE” in te stellen en parame-
ters als LFO Rate, Delay Time en M-FX Rate afhanke-
lijk van het tempo te maken kunt u een klank in de pas
laten lopen met het tempo van een externe sequencer.
Let wel: aangezien de JX-305 als “SLAVE” werkt, start
hij de weergave van een Pattern zodra hij synchronisa-
tiecommando’s ontvangt. Wilt u enkel de voornoemde
klankparameters synchroniseren met de weergave van
het Workstation, kies dan een “leeg” Pattern.
Opgelet: Zie “Modulatiesnelheid aanpassen (LFO1 Rate)”
op blz. 88, “Delay Time” op blz. 109 en “Sync Mode” op
blz. 156.
Extern MIDI-instrument aansturen
We hoeven u inmiddels waarschijnlijk niet meer te
vertellen dat de JX-305 op zichzelf volstaat om
behoorlijk brokken te maken. Het kan echter nog leu-
ker, wanneer u er een extern MIDI-instrument, zoals
een sampler, bijhaalt.
Sampler aansturen met de JX-305
Een digitale sampler zoals de SP-202 (optie) kan het
klankpalet van de JX-305 aanvullen met drumloops,
stemmetjes, geluidseffecten, enz. – u verzint het maar.
Deze combinatie maakt het mogelijk Patterns op te
nemen die beroep doen op een combinatie van samp-
les en klanken uit de JX-305. In het onderstaande
voorbeeld stuurt Part 1 van de JX-305 de SP-202 aan.
1.
Stel het MIDI-kanaal van de SP-202 in op “1”.
2.
Stel de Local-schakelaar voor Part 1 van de JX-305
in op “EXT” (zie blz. 154).
3.
Selecteer Part 1 en speel op het klavier.
U hoort nu de samples die aan de Pads van de SP-202
zijn toegewezen.
Opgelet: Gebruik enkel de noten C2~G4. De SP-202 ont-
vangt namelijk geen andere nootnummers.
Probeer tijdens de weergave van een Pattern eens
enkele samples aan te sturen. Zelfs als u een ander Pat-
tern kiest, kunt u de SP-202 nog aansturen met Part 1.
VOORBEELD:
1.
Kies het Pattern dat u wilt “opsmukken” met samp-
les van de SP-202.
We nemen de partij van de SP-202 op met Part 1.
Bevat deze Part reeds data, dat moet u die even wissen
vóór u begint op te nemen (zie “Data wissen (Erase)”
op blz. 137).
2.
Stel de Sequencer Output Assign-parameter van
Part 1 van de JX-305 in op “EXT” (zie “SEQ Output:
waar gaan de data naartoe?” op blz. 60).
3.
Neem de data voor de SP-202 op met Part 1.
Kies best voor een Realtime-opname – voor samples in
te spelen werkt dat waarschijnlijk het leukst.
4.
Druk, zodra u klaar bent met opnemen, op [STOP/
PLAY] om het Pattern weer te geven.
U hoort nu de samples van de SP-202 ter aanvulling
van de geluiden van de JX-305.
5.
Sla het nieuwe Pattern op (zie blz. 61).
MIDI-klankmodule aansturen vanuit de JX-305
In plaats van een sampler, zoals in het voorgaande
stukje, kunt u natuurlijk ook een andere MIDI-klank-
generator aansturen.
VOORBEELD
In het onderstaande voorbeeld stuurt Part 1 het
externe MIDI-klavier aan, terwijl Part 7 de SP-202
voor zijn rekening neemt.
Stel het zendkanaal van het externe MIDI-klavier in
op “7” als u daarmee (dus niet met de JX-305) de
SP-202 wilt aansturen. Om de externe synthesizer of
Part =1 Local Sw = EXT
MIDI IN
MIDI OUT
BENDER
MODULATION
MIDI OUT1 MIDI OUT2
MIDI Patcher
MIDI IN MIDI IN
MIDI IN
MIDI OUT
MIDI Ch = 7
MIDI Ch = 1
MIDI IN
MIDI OUT
Rx Sw = OFF
SEQ Out = EXT
Remote Kbd = OFF
Part 1, 7
Local Sw = EXT
Thru = ON
BENDER
MODULATION










