Operation Manual
Systeeminstellingen MIDI-instellingen
154
17.2 MIDI-instellingen
1.
Druk op [EDIT] (indicator licht op) om naar een
editpagina te gaan.
2.
Druk op BANK [6] (MIDI).
3.
Ga met PAGE [<][>] naar de benodigde parameter
en kies met [INC] [DEC] of [VALUE]-draaischijf de
gewenste waarde.
Druk op [EXIT] om deze pagina te verlaten.
Verbinding tussen het klavier en de klank-
bron verbreken (Local Switch)
Met deze functie bepaalt u hoe MIDI-informatie van
de stuurbron (klavier, knoppen, regelaars, pedalen
enz.) naar de Parts [R]~[7] wordt gezonden.
Normaal kiest u hiervoor de optie “BOTH”.
Kies “INT” als u niet wilt dat de commando’s van de
stuurbron naar MIDI OUT worden gezonden. Als u
“EXT” kiest, worden enkel externe instrumenten aan-
gestuurd.
Extern MIDI-klavier gebruiken (Remote
Kbd)
In plaats van het klavier van de JX-305 kunt u een
extern MIDI-klavier gebruiken.
Bij levering staat deze parameter op “ON” ingesteld. In
dat geval stuurt het externe klavier steeds de Patch van
de momenteel geselecteerde Part aan, ongeacht welk
zendkanaal op dat klavier is gekozen. Gebruikt u de
JX-305 als een achtvoudig-multitimbrale klankbron in
combinatie met een externe sequencer, kies dan
“OFF”. In dat geval wordt er rekening gehouden met
het MIDI-kanaal van de ontvangen commando’s en
kunt u Parts op het voor hen geselecteerde MIDI-
kanaal aansturen.
“OFF” moet u ook kiezen als u arpeggio’s of RPS-fra-
sen vanop een extern instrument wilt spelen/starten/
stoppen.
Meer dan één JX-305’s gebruiken (Device
ID)
MIDI identificeert instrumenten aan de hand van een
Model ID, dat voor ieder merk en type anders is. Bij
het zenden en ontvangen van SysEx-commando’s
wordt dit nummer gebruikt om het onderscheid tus-
sen verschillende modellen te waarborgen. Gebruikt u
echter twee of meer exemplaren van een bepaald type
instrument, dan volstaat het Model ID niet meer om
het onderscheid te maken. Dat laatste moet dan
gebeuren aan de hand van het Device ID-nummer.
Bij levering staat het Device ID van de JX-305 op “17”
ingesteld. Een ander ID-nummer kiezen is pas nodig
wanneer u meer dan één JX-305 gebruikt.
Inkomende MIDI-data naar MIDI OUT
(Thru)
Als u deze functie inschakelt (ON), zendt de JX-305
MIDI-commando’s, die via MIDI IN worden ontvan-
gen, onveranderd naar MIDI OUT. Als u “OFF” kiest
worden er geen MIDI-commando’s “doorgelust”. Dit
druist dus in tegen de MIDI-filosofie en lijkt op het
eerste zicht onlogisch omdat de JX-305 ook over een
MIDI THRU-aansluiting beschikt. Maar soms kan het
handig zijn.
Opgelet: Bij ingeschakelde Arpeggiator worden er geen
commando’s naar MIDI OUT doorgelust, zelfs niet als u
Thru op “ON” hebt ingesteld.
MIDI-ontvangst voor iedere Part in- of uit-
schakelen (Rx SW)
De ontvangst van MIDI-commando’s kunt u voor
iedere Part apart in- of uitschakelen (vandaar de “P”-
melding linksonder in het display). Kies eerst met
INT
Commando’s van de stuurbron worden enkel naar
de interne klankbron gezonden.
EXT
Commando’s van de stuurbron worden enkel naar
MIDI OUT gezonden.
BOTH
Commando’s van de stuurbron worden zowel naar
de interne klankbron als naar MIDI OUT gezonden.
FX ON / OFF
EDIT
6
6
MIDI
PAG E
LOWER UPPER










