Operation Manual
137
JX-305 – Handleiding
Lege maten invoegen (Insert Measure)
Met deze functie kunt u op een vrij te kiezen punt in
het Pattern lege maten invoegen. Daar kunt u dan
eventueel een stukje muziek opnemen dat u wilt toe-
voegen aan het patroon. De lege maten krijgen
dezelfde maatsoort als die van het patroon.
Opgelet: U kunt geen aantal maten invoegen dat de totale
lengte van het Pattern langer dan 32 maten zou maken.
1.
Kies het Pattern kiezen waarin u maten wilt invoe-
gen.
2.
Druk op [EDIT].
3.
Druk op NUMBER [3] (INSERT).
4.
Kies de Part waarin u maten wilt invoegen.
Opgelet: U kunt ook meerdere Parts tegelijk kiezen.
5.
Specifieer vóór welke maat u de maten wilt invoe-
gen (0~31, END).
Opgelet: Als u “END” kiest, verlengt u het patroon, want de
maten worden dan achter het einde van het Pattern inge-
voegd.
6.
Druk op [ENTER].
De cursor gaat naar rechts.
7.
Specifieer hoeveel maten u wilt invoegen (1~31).
8.
Druk op [ENTER].
De JX-305 vraagt om bevestiging van uw keuze (Are
You Sure?).
9.
Druk nogmaals op [ENTER] als u de maten wilt
invoegen. Zodra dat is gebeurd, keert u terug naar het
vorige display.
Data wissen (Erase)
Met deze functie kunt u een stukje uit een Pattern wis-
sen. De bestaande maatstructuur blijft daarbij onge-
wijzigd. Met andere woorden: de maten zelf verdwij-
nen niet, maar blijven leeg achter. Dit is dan ook de
aangewezen methode om data te wissen waarin u een
foutje hebt gemaakt.
1.
Kies het Pattern kiezen waaruit u data wilt wissen.
2.
Druk op [EDIT].
3.
Druk op NUMBER [4] (ERASE).
4.
Kies de Part waaruit u data wilt wissen.
Opgelet: U kunt ook meerdere Parts tegelijk kiezen.
5.
Specifieer vanaf welke maat u wilt beginnen wissen
(1~32).
6.
Druk op [ENTER].
De cursor gaat naar rechts.
7.
Specifieer het aantal maten dat u wilt wissen (1~32,
ALL).
Opgelet: Als u “ALL” kiest worden alle maten gewist vanaf
de maat die u in stap (5) hebt gekozen.
8.
Druk op [ENTER].
9.
Specifieer welke data u wilt wissen.
ALL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Alle data
NOTE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Enkel noten
PC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Programmakeuze
CC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Controlecommando’s
BEND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pitch Bend-commando’s
P-AFT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Polyfone Aftertouch
C-AFT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kanaal-Aftertouch
SYS-EX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . System Exclusive
TEMPO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tempo
MUTE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mute
1
2
3
4
5
4
5
1
2
3
Twee lege maten
invoegen vóór maat 4
FX ON / OFF
EDIT
3
HH
INSERT
1
2
3
4
5
678
1
2
3
4
5
678
Drie maten wissen vanaf maat 4.
FX ON / OFF
EDIT
4
CLP
ERASE