Operation Manual
15
JX-305 – Handleiding
Meteen een ander patroon kiezen
Door tijdens de weergave van een Pattern [SHIFT]
ingedrukt te houden terwijl u op PAGE [<][>] drukt
kiest u meteen het volgende of het vorige Pattern. Let
wel: bij deze methode wordt het voorgeprogram-
meerde tempo van het net gekozen patronen gehan-
teerd. Dit is dus een uitstekende manier om opeenvol-
gende patronen te beoordelen op hun bruikbaarheid,
maar – vanwege het steeds wisselende tempo – onge-
schikt om een dansvloer aan de slag te houden.
Snel waarden wijzigen
Door [SHIFT] ingedrukt te houden en vervolgens
[INC][DEC] of de [VALUE]-draaischijf te gebruiken
kunt u een waarde in grote stappen wijzigen, wat bv.
handig is om snel naar een verder afgelegen patroon te
gaan. Deze werkwijze kunt u trouwens ook gebruiken
bij het kiezen van Patches of het editen van parameter-
waarden.
Springen naar een categorie
Bij gestopte weergave kunt u [SHIFT] ingedrukt hou-
den terwijl u met [< PREV] of [NEXT >] telkens het
eerste Pattern van de vorige of volgende categorie
kiest. Deze werkwijze kunt u ook gebruiken bij het
kiezen van Preset Patches.
Mute: instrumenten in- en uitschakelen
Een Pattern maakt gebruik van verschillende partijen
(die door verschillende instrumenten worden weerge-
geven). We spreken in dat verband vanaf nu over Parts.
Een Part kunt u het best vergelijken met een muzikant
die een partij speelt. De JX-305 laat toe de 8 Parts indi-
vidueel in of uit te schakelen. Dat kan ook tijdens de
weergave gebeuren, zodat u uit één Pattern heel wat
variaties kunt halen zonder dat u die allemaal van
tevoren moet programmeren. Het werkt als volgt:
1.
Kies Pattern P:203 (zie blz. 13).
2.
Druk op [PART MUTE] (indicator licht op).
U kunt nu met de PART-knoppen [R]~[7] individuele
Parts uitschakelen. Met RHYTHM [BD]~[OTHERS]
kunt u slagwerkpatrijen in- en uitschakelen.
De indicators van deze knoppen hebben de volgende
betekenis: als een indicator knippert, is de betreffende
partij uitgeschakeld. Als een indicator oplicht, zou u
de betreffende partij moeten horen. Als een indicator
uit is, bevat de betreffende partij geen data.
3.
Druk op alle knoppen die oplichten (met uitzonde-
ring van [R] en [BD]). U krijgt dan het volgende
plaatje:
4.
Druk op [STOP/PLAY].
Het Pattern wordt weergegeven, maar u hoort enkel de
basdrum van de Rhythm Part.
5.
Druk aan het begin van de maat op [HH] (de indi-
cator licht op).
U hoort nu hoe de HiHat erbij komt.
6.
Druk tegelijk op BANK [2] en [3].
Ook de indicators van deze knoppen lichten op en de
synthesizerbas (Part 2) en de akkoorden (Part 3) wor-
den aan de mix toegevoegd.
7.
Druk op [R].
De indicator begint te knipperen en de volledige
Rhythm Part wordt uitgeschakeld.
U hebt intussen ongetwijfeld in de gaten hoe het
werkt. Door op deze manier (ritme-)instrumenten toe
te voegen of weg te halen kunt u een nummer/patroon
geleidelijk op- of afbouwen.
Opgelet: Meer over het in- en uitschakelen van Parts vindt
u onder “Partijen uitschakelen” op blz. 57.
Licht op Indicators zijn uit of knipperen
Indicators zijn uit of knipperen










