Operation Manual

Patterns opnemen Step-opname
130
Nootwaarde ( )
Hiermee bepaalt u de nootwaarde (in feite de lengte
van de stap: het begin van de noot tot het begin van de
volgende noot. Hoe lang de noot daadwerkelijk klinkt,
stelt u in met de procentwaarde, zie verder). Die lengte
wordt gespecifieerd in tikken. Zoals we hierboven heb-
ben aangegeven komt een kwartnoot overeen met 96
tikken.
Aanslagwaarde
(REAL, 1~127) Bepaalt de aanslagwaarde, met andere
woorden: het volume waarmee de noot wordt weerge-
geven. Kies REAL als de JX-305 uw aanslagwaarden
(op het klavier) moet overnemen. Anders moet u de
aanslagwaarde (1~127) die in de plaats daarvan moet
worden gehanteerd.
Nootduur
Bepaalt hoe lang u de noot wilt laten aanhouden (hoe-
veel tijd er tussen het begin en het einde van die noot
verstrijkt). Deze waarde stelt u in als een percentage
van de nootwaarde. Hoe kleiner de waarde, hoe meer
staccato de noten zijn. Bij hogere waarden tendeert u
steeds meer richting tenuto (legato) noten. Voor “nor-
male” noten levert een waarde van ongeveer 80%
meestal een bevredigend resultaat.
Opgelet: Als u opneemt voor de Rhythm Part, dan wordt de
nootduur automatisch ingesteld (en kan niet worden veran-
derd).
7.
Druk op het klavier van de JX-305 de noot in die u
wilt invoeren.
Zodra u de noot loslaat wordt ze ingevoerd en bent u
klaar om een volgende noot in te voeren.
Telkens als u een noot invoert, springt de huidige posi-
tie namelijk het als nootwaarde vastgelegde aantal
Clocks vooruit, zodat u meteen op de beginpositie
voor de volgende noot staat.
8.
Herhaal stap 6 en 7 als u nog meer noten wilt invoe-
ren.
Zolang u ze niet wijzigt behouden de drie parameters
de waarden die ze hebben (dus die van de vorige
noot). U hoeft ze dus enkel te wijzigen als dat voor de
volgende noot nodig is.
Opgelet: Aanwezige noten worden door nieuwe noten over-
schreven. Met andere woorden: als u noten opneemt op een
plaats waar zich reeds noten bevonden, dan bent u de origi-
nele opname kwijt.
9.
Druk op [STOP/PLAY] zodra u de gewenste noten
hebt ingevoerd.
Opgelet: Vergeet niet uw patroon op te slaan als u er later
nog iets mee wilt doen.
Verband tussen nootwaarde en -duur
Nootwaarde bepaalt de tijd tussen het begin van de ene
en het begin van de volgende noot, terwijl de nootduur
staat voor de tijd die een noot daadwerkelijk klinkt
(dus de tijd tussen het indrukken en loslaten van de
toets). Voert u bijvoorbeeld een zestiende noot in
(nootwaarde= 24) met een duur van 80%, dan klinkt
die noot 19 Clocks lang.
Akkoorden, rusten, enz. invoeren
Akkoorden invoeren—Druk alle noten van het
gewenste akkoord in en laat ze allemaal tegelijk los.
Het akkoord wordt pas ingevoerd als u de laatste noot
hebt losgelaten. Zolang dat niet is gebeurd kunt u dus
nog andere noten kiezen.
Rusten programmeren—Kies een nootwaarde met de
lengte van de gewenste rust en druk op [FWD/REST].
Noten overbinden—Voer de eerste van de twee noten
in die u wilt overbinden en druk vervolgens op [BWD/
TIE]. Deze noot wordt nu verbonden met een tweede
noot met dezelfde nootlengte. Op die manier kunt u
gepunte noten e.d. invoeren.
Voorbeeld 2: om een gepunte achtste noot in te voeren
kiest u eerst een zestiende noot en drukt u twee keer
op [BWD/TIE].
Slide-effect—Bepaalde Patches (bv. P:A008 of
P:A015) verbinden legato gespeelde noten met een
Slide-effect. Dit houdt in dat de noten naar elkaar
“toeglijden. Legato-partijen kunt u invoeren door een
Nootduur van 100% of meer (bv. 105% voor een frase
met 16de noten) te kiezen. Laat u deze partij door één
van de voornoemde Patches weergeven, dan hoort u
meteen wat we bedoelen met een Slide-effect.
Met de [PORTA TIME]-regelaar bepaalt u de snelheid
waarmee het Slide-effect werkt. Kies bijvoorbeeld de
volgende parameterwaarden om een goede indruk te
krijgen van de werking:
Solo Switch: ON
Solo Legato Switch: ON
Portamento Switch: ON
Portamento Time: 5~20
24
19
12
6
100%
80%
50%
25%
Nootwaarde= 24
Nootduur
(Gate Time Ratio)
Nootwaarde
80% 80% 80% 80% 105% 80%
Nootduur
Nootwaarde=