Operation Manual

Patterns opnemen Realtime-opname
128
Tempowijzigingen opnemen
Telkens wanneer u een Pattern opslaat, wordt ook zijn
standaardtempo onthouden. Tempowijzigingen die u
uitvoert tijdens de opname kunnen echter ook worden
onthouden.
1.
Tref de nodige voorbereidingen voor een opname
(zie blz. 124).
Kies [MUTE CTRL] als de op te nemen Part.
Opgelet: Tempowijzigingen worden enkel opgenomen als
de [MUTE CTRL]-Part is geselecteerd. Let wel: om deze
Part te selecteren moet de weergave gestopt zijn.
2.
Zodra u er klaar voor bent mag u de opname star-
ten.
De [REC]-indicator licht op. Alle wijzigingen die u
aanbrengt door op [TEMPO&MEASURE] te drukken
en met [INC] [DEC] of de [VALUE]-draaischijf te
werken.
Opgelet: Tempowijzigingen die u invoert met de SWITCH-
voetschakelaar wordenniet opgenomen. (Aan deze voet-
schakelaar kunt u o.a. een Tap Tempo-functie toekennen,
maar die werkt in dit geval dus niet.)
3.
Druk op [STOP/PLAY] zodra u klaar bent met
opnemen.
Data wissen tijdens de opname (R. Erase)
De R.Erase-functie stelt u in staat om, zonder de
opname te onderbreken, data te wissen die u met een
bepaalde toets (of een reeks toetsen) hebt ingespeeld.
Dat is vooral interessant als u één bepaald instrument
(bijvoorbeeld de basdrum) uit een Rhythm Part wilt
halen.
1.
Houd, tijdens de opname, [SHIFT] ingedrukt, ter-
wijl u op [ERASE] drukt.
U komt terecht op de volgende display-pagina:
2.
Kies met [INC][DEC] of de [VALUE]-draaischijf de
data die u wilt wissen.
Data-types die een eigen regelaar hebben kunt u ook
kiezen door de betreffende regelaar te bewegen. Dat is
het geval voor de onderstaande regelaars en Mixer-
instellingen.
•Pitch: [FINE TUNE]
•Pitch Envelope: [ATTACK] [DECAY] [SUSTAIN] [RELEASE]
[DEPTH]
•Filter: [CUTOFF] [RESONANCE]
•Filter Envelope: [ATTACK] [DECAY] [SUSTAIN] [RELEASE]
[DEPTH]
•Amplifier: [LEVEL] [PANPOT]
•AMP Envelope: [ATTACK] [DECAY] [SUSTAIN] [RELEASE]
•LFO1: [RATE] [FADE TIME] [PITCH DEPTH] [FILTER
DEPTH] [AMP DEPTH]
•Portamento: [PORTA TIME]
•Mixer: [LEVEL] [PANPOT] [KEY SHIFT] [REVERB] [DELAY]
[M-FX SW]
3.
Druk op [REC] om ongewenste data te wissen.
Data worden gewist zolang u [REC] ingedrukt houdt.
Als u één van de opties “SYS-EX, “TEMPO” of
“MUTE” kiest, maakt het niet uit welke Part geselec-
teerd is – data worden dan steeds gewist van de
[MUTE CTRL]-Part.
Kiest u onder stap (2) de optie “NOTE”, dan kunt u de
noot, die u wilt wissen, kiezen door op de overeen-
komstige klaviertoets te drukken. Zolang u deze inge-
drukt houdt worden alle noten die aan die toets beant-
woorden gewist. Om een reeks noten te wissen drukt u
de hoogste en laagste toets van die reeks in. Deze
noten, en alle noten daartussen, worden gewist zolang
u de combinatie ingedrukt houdt.
4.
Zodra u alle ongewenste data hebt gewist mag u op
[EXIT] drukken om terug te keren naar de “normale”
opname.
SHIFT
UNDO
/ REDO
ERASE
ALL Alle data van de geselecteerde Part
NOTE Noten in het gespecifieerde bereik
PC Programmakeuzecommando’s
CC Controlecommando’s
BEND Pitch Bend-commando’s
P-AFT Polyfone Aftertouch
C-AFT Kanaal-Aftertouch
SYS-EX SysEx-data
TEMPO Tempodata
MUTE Mute-data
CC#0~CC#127
Controlecommando’s voor het geselecteerde
controlenummer worden gewist. (Kies bv.
CC#1 om modulatiedata te wissen.)
CUTOFF