Operation Manual

Patterns opnemen Realtime-opname
126
Zodra de opname begint, licht de REC-indicator op
(hij knippert dus niet meer). Het display beeldt nu de
totale lengte van het patroon en de positie waar u zich
momenteel bevindt af.
U kunt nu “laag na laag” op elkaar stapelen. Bij iedere
herhaling van het Pattern wordt de partij die u dan
speelt bij de reeds aanwezige partij(en) gevoegd.
5.
Druk op [STOP/PLAY]] zodra u klaar bent met
opnemen.
Het Pattern dat u opneemt komt in het werkgeheugen
terecht (TMP). Bent u tevreden met de gemaakte
opname, sla ze dan op als een User Pattern (zie “Patte-
rns opslaan op blz. 61).
Rehearsal (eerst even oefenen)
Als u de Rehearsal-functie (Rehasal) gebruikt,
gedraagt de JX-305 zich net zoals tijdens de opname –
uw spel wordt echter niet opgenomen. Dit laat dus toe
om de volgende partij eerst even te oefenen voordat u
ze “inblikt”.
1.
Druk tijdens de opname op [REC].
De indicator van deze knop knippert nu weer en het
display beeldt de volgende melding af:
2.
Eens u het loopje (of wat dan ook) onder de knie
hebt, drukt u nog een keer op [REC] om in opname te
gaan.
Opgelet: In de Rehearsal-mode kunt u met [DEC] of de
[VALUE]-draaischijf een andere Input QTZ Resolution-
waarde instellen.
Arpeggio’s opnemen
1.
Kies de gewenste arpeggio (zie blz. 25).
Druk op [ARP] om de Arpeggiator in te schakelen.
2.
Tref de nodige voorbereidingen voor een opname
(zie blz. 124).
3.
Alle opnameparameters ingesteld? Start dan op één
van de volgende manieren de opname.
Count In staat op 0, 1 of 2 ingesteld
Druk op [STOP/PLAY] – de opname begint na een
aftel.
Speel nu het akkoord dat als basis moet dienen voor
uw arpeggio.
Opgelet: Als u de metronoom uitgeschakeld hebt, hoort u
de aftel niet.
Count In staat op Wait Note ingesteld
De arpeggio en de opname beginnen zodra u iets op
het klavier speelt.
Bij het begin van de opname licht de [REC] indicator
op.
4.
Druk op [[STOP/PLAY] zodra u klaar bent met
opnemen.
Regelbewegingen opnemen (Modify
Data)
1.
Tref de nodige voorbereidingen voor een opname
(zie blz. 124).
2.
Start de opname.
De [REC]-indicator licht op. Alle regelbewegingen die
u nu uitvoert worden onthouden.
3.
Druk op [STOP/PLAY] zodra u klaar bent met
opnemen.
Wijzigingen die u in een Patch aanbrengt worden
opgeslagen als controlecommandos (CC). Hebt u de
instellingen van een Rhythm Group gewijzigd, dan
worden de wijzigingen opgeslagen in de [MUTE
CTRL]-Part, en wel als SysEx-commandos.
Opgelet: Zie “Geluid wijzigen met de regelaars” op blz. 62.
De opname gebeurt in een lus. Bij iedere herhaling
overschrijft u met de regelbewegingen die u maakt de
vorige beweging die u voor dezelfde regelaar had uit-
gevoerd. Gaat het echter om een regelaar waarvoor
nog geen beweging was opgetekend, dan worden de
bewegingen bij de aanwezige bewegingen (voor andere
regelaars) gevoegd.
Totale lengte van het
patroon (aantal maten)
Huidige maat
Tel
REC
M.SCOPE
Aftel: 2 (4/4-maat)
Opname begint
Cutoff
(grensfrequentie)
Cutoff
(grensfrequentie)
Resonantie