Operation Manual

Rhythm Sets programmeren Rhythm Sets opslaan (RHY Write)
104
Opgelet: Zie ook “Parts aan de M-FX toewijzen” op
blz. 123, “Totaalvolume van de galm (Reverb Level)” op
blz. 106 en “Reverb (Send): galmaandeel van de Parts” op
blz. 106.
Opgelet: Meer over Reverb-parameters in het algemeen
vindt u onder “Reverb” op blz. 106.
R.TONE Dly Level (Delay-aandeel)
Hiermee bepaalt u voor iedere Rhythm Tone het
gewenste Delay-aandeel (0~127). Naarmate u een
hogere waarde kiest wordt er meer delay aan de
Rhythm Tone toegevoegd.
Opgelet: De Rhythm Tone Delay Level-waarde geldt enkel
indien u de Part M-FX SW-parameter op “RHY” instelt.
Voorts moet u de waarden van de Delay Level- en Part
Delay Level-parameters in de gaten houden. Zijn die erg
laag, dan hoort u geen galm, ongeacht de waarde van
Rhythm Tone Dly Level.
Opgelet: Zie ook “Parts aan de M-FX toewijzen” op
blz. 123, “Totaalvolume van de Delay (Delay Level)” op
blz. 108 en “Delay (Send): Delay-aandeel van de Parts” op
blz. 108.
Opgelet: Meer over Delay-parameters in het algemeen
vindt u onder “Delay” op blz. 108.
R.TONE M-FX SW
U kunt voor iedere Rhythm Tone het M-FX (multi-
effect) in- en uitschakelen. Deze parameters maken
het mogelijk om een speciaal effect aan specifieke
Rhythm Tones toe te wijzen.
Opgelet: De Rhythm Tone EFX/Output Assign-waarden
gelden enkel indien u de Part M-FX SW-parameter op
“RHY” instelt.
Opgelet: Zie ook “Parts aan de M-FX toewijzen” op
blz. 123.
11.8 Rhythm Sets opslaan (RHY
Write)
Hebt u een Rhythm Set gemaakt die u bevalt, dan
moet u deze opslaan als een User Rhythm Set .
1.
Stop de weergave van het Pattern.
2.
Druk op [PATCH] om naar de Rhythm Set Select-
pagina te gaan.
Een sterretje “*” links van het Rhythm Set -nummer
geeft aan dat u de gewijzigde inhoud van die Rhythm
Set nog niet hebt opgeslagen. Als u een andere
Rhythm Set kiest, gaan die wijzigingen verloren, tenzij
u ze eerst bewaart.
3.
Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [WRITE]
drukt.
Bent u tevreden met de voorgestelde naam en num-
mer, dan mag u meteen op [ENTER] drukken.
Beslist u nu om de Rhythm Set niet op te slaan, druk
dan op [EXIT].
4.
Druk op [PRESET/USER/CARD] om de gewenste
groep (User of Card) te kiezen.
Opgelet: De CARD-banken kunt u enkel kiezen als u een
SmartMedia-kaart hebt aangesloten. Zie “Geheugenkaart
gebruiken” op blz. 149.
5.
Kies met [INC][DEC] of de [VALUE]-draaischijf de
bank en het nummer.
Tip: Door op [UNDO/REDO] te drukken kunt u nu
even de naam bekijken van de Rhythm Set die op dit
moment nog op het gekozen nummer zit. Kunt u die
missen, druk dan nogmaals op [UNDO/REDO] om
terug te keren naar het vorige display.
6.
Druk op PAGE [>].
De cursor komt aan het begin van de tweede display-
regel terecht.
7.
Geef de Rhythm Set een naam (maximaal 12 karak-
ters).
Zie blz. 36.
8.
Druk op [ENTER].
In het display verschijnt een prompt die u om bevesti-
ging vraagt (“Are You Sure?”). Beslist u nu om de
Rhythm Set niet op te slaan, druk dan op [EXIT].
9.
Druk nogmaals op [ENTER].
De Rhythm Set wordt opgeslagen. Zodra dit is
gebeurd, keert u terug naar het normale display.
OFF Signaal wordt zonder EFX naar de uitgangen gestuurd.
ON Signaal wordt met EFX naar de uitgangen gestuurd.
SHIFT
UTILITY
WRITE