Operation Manual

41
Hoofdstuk 4 Andere functies
De display is als volgt:
fig.Chart3
Wanneer men speelt met een andere stemming dan de
gelijke stemming, moet u de grondnoot specifi‘ren voor
het stemmen van het uit te voeren lied (dit is de noot die
overeenkomt met C voor een majeur-toonaard of met A
voor een mineur-toonaard).
Als u een gelijke stemming kiest, moet u geen grondnoot
selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De knoplampjes keren terug naar hun originele toestand.
* Als u samen speelt met andere instrumenten moet u er op
letten dat, afhankelijk van de toonaard, er een verschuiving
van de toonhoogte kan zijn. Stem de FP-3 af op de
basistoonhoogte van de andere instrumenten.
Het slagpatroon veranderen
De metronoom slaat gewoonlijk ŽŽn slag per vierde noot,
maar u kan het slagpatroon veranderen zodat het
bijvoorbeeld ŽŽn slag per elke gepunte vierde noot slaat.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[ (Metronome)] knop.
De lampjes van de [Song] en [ (Metronome)]
knoppen flikkeren in het rood.
fig.04-07
2. Druk op de [-] of [+] knop om de slagverdeling
te veranderen.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun oorspronkelijke toestand.
Als u ÒA1Ó selecteert met een trioolritme (6/8, 9/8, 12/8) wordt
de toegevoegde klank op dezelfde manier gespeeld als ÒA2Ó.
Zie ÒDe metronoom gebruikenÓ (pg.23).
4 Zuiver mineur De zuivere stemmingen ver-
schillen van majeur- en mineur-
toonladders. Men kan hetzelfde
effect krijgen met de mineurtoon-
ladder als met de majeurtoonlad-
der.
5 Middentoon Deze toonladder maakt enkele
compromissen in zuivere into-
natie, waardoor transpositie in
andere toonaarden mogelijk
wordt.
6 Werckmeister Deze stemming combineert de
middentoon- en de
Pythagore•sche
stemmingen. Uitvoeringen zijn
mogelijk in alle toonaarden (eerste
techniek, III).
7 Kirnberger Dit is een verbetering van de mid-
dentoon- en de zuivere toonstem-
mingen die modulatie in een hoge
graad toelaten. Uitvoeringen zijn
mogelijk in alle toonaarden (III).
Stemming Kenmerken
C d_ d E_ E F F G A_ A b_ b 
C D D E E F F G A A B B
Display
Letter
name
Lampje Omschrijving
(Normaal)
De metronoom klinkt op de gewone manier.
A1 De metronoom speelt met een naslag achter
elke slag.
A2 Voor elke slag wordt in triolen geteld.
A3 De toegevoegde klanken worden vermengd.
2. ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van gepunte halve nootslagen.
2 ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van halve nootslagen.
4. ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van gepunte vierde nootslagen
.
4 ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van vierde nootslagen.
8. ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van gepunte achtste nootslagen.
8 ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van achtste nootslagen.
16 ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van zestiende nootslagen.
Flikkert in roodFlikkert in rood