Operation Manual

20
Geluidstracks gebruiken
Hier ziet u, hoe u een geluidstrack een naam
kunt geven (u kunt maximaal twaalf tekens
gebruiken).
1. Gebruik om de geluidstrack,
die u een naam wilt geven, te selecteren.
2. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [F3
(Track Name)].
Het Audio Track Name venster verschijnt.
3. Wijs de gewenste naam toe.
* Details over het toewijzen van een naam vindt
u bij ‘Een naam toewijzen’ (Gebruikershandlei-
ding, p.36).
4. Druk op [F8 (Write)] om de naam vast te
leggen.
Door [SHIFT] ingedrukt te houden en op [F6] te
drukken, kunt u door de volgende drie weer-
gave modes lopen.
Wave Mode
Toont de golfvorm van de sample.
fig.02-05_40
Number Mode
Toont de sample nummers.
fig.02-06_40
Overview Mode
Toont de inhoud van de song in een
‘gecomprimeerde’ vorm, waarbij u alle
geluidstracks kunt bekijken. Dit is een
handige manier om de algehele structuur
van de song te bekijken.
fig.02-07_40
1. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [F7
[F7 (Zoom )] (reduceren) / [F8 (Zoom
)] (vergroten).
U kunt in en uitzoomen om tussen twee en
tweeëndertig maten in het scherm weer te
geven.
Als u één van de hieronder genoemde MIDI
trackbewerking operaties uitvoert (Gebruikers-
handleiding, p.180), zullen de geluidstracks ook
tegelijkertijd bewerkt worden.
Delete (Gebruikershandleiding, p.184)
Als u Track/Pattern ALL heeft
geselecteerd
Copy (Gebruikershandleiding, p.184)
Als u Src Track/Pattern ALL Dst Track/
Pattern ALL heeft geselecteerd.
Insert (Insert Measure)
(Gebruikershandleiding, p.185)
Als u Track/Pattern ALL heeft
geselecteerd
* Tijdens het bewerken van een geluidstrack in
het Audio Track Edit scherm is de ‘Undo/Redo’
van het Menu venster niet beschikbaar.
Een geluidstrack een naam geven
(Track Name)
De weergave mode veranderen
In en uitzoomen in het scherm
MIDI tracks bewerken