Operation Manual
30
Handige functies
Parameter
OFF/ON
Stelt REVERB in op OFF/ON.
TYPE
Gebruik dit om het type weergalm te kiezen.
AMBI.
Simuleert een galmmicrofoon (off-mic, op afstand van de geluidsbron) die wordt gebruikt
bij opnames en andere toepassingen. In plaats van de galm te benadrukken, wordt deze
galm gebruikt om een soort openheid en diepte te creëren.
ROOM Simuleert de galm in een kleine kamer. Zorgt voor een warme galm.
HALL 1 Simuleert de galm in een concertzaal. Biedt een heldere en ruime galm.
HALL 2 Simuleert de galm in een concertzaal. Zorgt voor een zachte galm.
PLATE
Simuleert plaatgalm (een studio-effectapparaat dat de trillingen van een grote metalen
plaat gebruikt om een galmeffect te creëren). Biedt een metaalachtig geluid met opval-
lende hoge tonen.
REVERB TIME
Wijzigt de lengte (tijd) van de galm.
HIGH CUT
De high cut-filter wijzigt de hoeveelheid hoge frequenties in het galmgeluid. Als “FLAT” is geselecteerd, heeft de
high cut-filter geen effect.
EFFECT LEVEL
Dit bepaalt het volumeniveau van het effect.
EZ CHARACTER
EFFECT TEMPO
Dit bepaalt het tempo als RATE-parameters zoals DELAY TIME, PHASER en FLANGER met het tempo van
het song worden gesynchroniseerd.
Stel DELAY TIME en RATE in op (Whole Note)-(16th Note).
U kunt ook het tempo invoeren door op [SPEED] in het tempo van de beat te tikken (TAP-functie).
EZ CHAR
Dit wijzigt het karakter van de gitaartoon, gaande van solotoon (-20) tot een toon voor begeleiding
(+20).
REVERB-parameterlijst
EZ CHARACTER-parameterlijst
Parameter
OFF/ON
Stelt CHORUS in op OFF/ON.
TYPE
Gebruik dit om het type chorus te kiezen.
MONO Dit choruseffect voert hetzelfde geluid uit via de linker- en rechterkanalen.
ST 1
Dit is een stereochoruseffect dat verschillende chorusgeluiden aan het L-kanaal en R-kanaal
toevoegt.
ST 2
Deze stereochorus gebruikt ruimtelijke synthese, waarbij het directe geluid via het linker-
kanaal wordt uitgevoerd en het effectgeluid via het rechterkanaal.
MN MLD Hierbij worden de hoge tonen meer onderdrukt in vergelijking met MONO.
ST1 MLD Hierbij worden de hoge tonen meer onderdrukt in vergelijking met ST 1.
ST2 MLD Hierbij worden de hoge tonen meer onderdrukt in vergelijking met ST 2.
RATE
Dit bepaalt de snelheid van het effect.
MEMO
Indien ingesteld op BPM, wordt de waarde van de RATE-parameter ingesteld volgens de waarde van het “EFFECT
TEMPO” (p. 30) ingesteld voor elke patch. Dit maakt het gemakkelijker om effectgeluidsinstellingen te creëren
die overeenkomen met het tempo van de song.
DEPTH
Dit bepaalt de hoeveelheid van het effect.
EFFECT LEVEL
Dit bepaalt het volumeniveau van het effect.
CHORUS-parameterlijst