Operation Manual

20
Hoofdstuk
6
Druk op [EFFECTS].
TIP
Een e ect kopiëren
Roep het effect op dat u wilt kopiëren en sla vervolgens
het effect in zijn huidige status op onder het gewenste
effectpatchnummer.
OPGELET
Door met PATCH SELECT tussen effecten te schakelen
voordat u een bewerkt effect hebt opgeslagen, gaat de
bewerkte inhoud verloren.
Druk op [EFFECTS].
Geavanceerd bewerken van e ectparameters
E ecten opslaan
1. Druk op [MENU] na het bewerken van het effect.
2. Gebruik de cursorknoppen om WRITE te selecteren en druk op [ENTER].
Scherm 1
Scherm 5 (Voorbeeld: AMP)
Scherm 4
Scherm 2
Scherm 3
Handige functies
Druk op de
rechtercursor-
knop om naar
scherm 2, 3 over
te schakelen.
te schakelen.
Selecteer de effect-
patch die u hier wilt
bewerken.
Gebruik het wiel om
de effectcategorie te
selecteren.
Effect-
patch-
nummer
Scherm 3
Plaats de cursor
op het effect dat
u wilt bewerken.
Gebruik het
wiel om het
geselecteerde
effect in en uit
te schakelen.
(voorbeeld) AMP
ON:
OFF:
Door op [MENU] te
drukken worden verschil-
lende bewerkingsproce-
dures ingeschakeld.(p. 21)
Druk op [ENTER] om het
instellingenscherm voor
het geselecteerde effect
te openen (scherm 5).
Druk op de cur-
sorknop om toegang
te krijgen tot extra
parameters voor het
geselecteerde effect.
geselecteerde effect.
Druk op [MENU],
selecteer vervol-
gens WRITE om de
bewerking op te
slaan.
Druk op [ENTER]
om het effect in en
uit te schakelen.
Gebruik de
cursorknoppen
en het wiel om
de parameters
te bewerken.
Gebruik de linker- en
rechtercursorknoppen
en het wiel om het ef-
fect een naam te geven.
Druk op [ENTER] om het
effect op het geselec-
teerde effectnummer op
te slaan.
Selecteer het ef-
fectpatchnummer
waarop u uw wijzi-
gingen wilt opslaan.
Beweeg de cursorposi-
tie met de cursorknop-
pen en het wiel om het
geluid aan te passen.
Druk op de rechter-
cursorknop om naar
scherm 4 te gaan.
Door op [MENU] te drukken, voert u de volgende procedures uit.
MENU-
categorie
Beschrijving
ALL DELETE Wist alle tekens.
DELETE
Wist het teken en verschuift de tekens die vol-
gen naar links.
INSERT Voegt een spatie in op de cursorpositie.