Operation Manual
Muziekstijlen gebruiken
Backing Module BK-7m
r
31
■ SYNC START
Met deze knop wordt de ‘Sync Start’ of ‘Sync Start/
Stop’ functie geactiveerd en uitgeschakeld. Als deze
meerdere malen wordt ingedrukt, kan één van de vol-
gende opties geselecteerd worden:
■ VARIATION [1], [2], [3], [4]
Deze knoppen worden gebruikt om de complexiteit
(aantal Parts) van het muziekstijl arrangement te selec-
teren:
Onthoud dat de VARIATION patronen herhaald wor-
den (in een loop worden afgespeeld) totdat een ander
patroon wordt geselecteerd of het afspelen van de
muziekstijl wordt gestopt.
■ INTRO
Selecteert een introductie, die meestal aan het begin
van een song wordt gebruikt. U kunt dit patroon ech-
ter ook voor andere song secties selecteren. Het
gedrag van het Intro patroon is afhankelijk van het
moment waarop u de [INTRO] indrukt:
Er zijn in feite vier verschillende INTRO patronen, die
met de VARIATION [1], [2], [3] en [4] knoppen geselec-
teerd kunnen worden. Nogmaals, de VARIATION
knoppen bepalen de complexiteit van het arrange-
ment.
■ ENDING
Met deze knop kunt u de songs met een passende
afsluiting laten eindigen, als u het afspelen van de
Functie
[SYNC START]
indicator
Uitleg
Sync Start Rood verlicht Het afspelen van de muziekstijl
kan gestart worden door een
noot of akkoord op de MIDI-
controller te spelen. Druk op
[START/STOP] om het afspelen
van de muziekstijl te stoppen.
Sync Start/
Stop
Groen ver-
licht
Het afspelen van de muziekstijl
kan gestart worden door een
noot of akkoord op de MIDI-
controller te spelen.
Het afspelen zal stoppen als u de
toetsen loslaat.
— Donker Het afspelen van de muziekstijl
moet met de [START/STOP] knop
gestart en gestopt worden.
VARIATION
Uitleg
[1]
Het simpelste begeleidingspatroon. Een
goede keus voor de eerste songs die u
speelt.
[2]
Een iets gecompliceerder patroon, dat u
voor latere coupletten kunt gebruiken.
[3]
Dit patroon is een goede keus voor het eer-
ste refrein.
[4]
Dit is het meest gecompliceerde arrange-
ment.
U kunt dit selecteren voor de brug of de
laatste refreinen van een song.
[INTRO] Gedrag
Ingedrukt, voor-
dat de muziekstijl
wordt afgespeeld
De indicator licht op.
Als u het afspelen van de muziekstijl
start, speelt de Arranger eerst een
muzikale introductie. (Dit patroon
wordt slechts één keer gespeeld).
Ingedrukt, terwijl
de muziekstijl
wordt afgespeeld
De indicator knippert om aan te geven
dat het INTRO patroon op de volgende
downbeats zal beginnen.
Als het intro is afgelopen, keert de
BK-7m naar het daarvoor geselecteerde
VARIATION patroon terug.
VARIATION
Uitleg