Operation Manual

52
4. Controleer of de teststrip onmiddellijk, nadat deze
uit de flacon teststrips is genomen, is gebruikt.
Herhaal de functiecontrolemeting met een nieuwe
teststrip en een verse druppel controleoplossing.
5. Controleer of de teststrips en de controle-
o plossingen op een koele, droge plaats zijn
bewaard.
Herhaal de functiecontrolemeting met een correct
bewaarde teststrip en controleoplossing.
6. Controleer of u de aanwijzingen correct heeft
opgevolgd.
Zie hoofdstuk 4, Functiecontrolemetingen, en
herhaal de functiecontrolemeting. Neem contact op
met Roche, als de problemen blijven bestaan.
7. Controleer of u bij het uitvoeren van de
functiecontrolemeting het juiste niveau
controleoplossing, level 1 of 2, heeft gekozen.
Als u het verkeerde niveau controleoplossing
heeft gekozen, kunt u het resultaat van de
functiecontrolemeting toch vergelijken met het
bereik, dat op de flacon teststrips is gedrukt.
8. Als u nog steeds niet zeker weet of u de oorzaak
van het probleem heeft gevonden…
Neem contact op met Roche.
52060_06780148001_03_NL.indb 52 8/20/13 4:37 PM