Operation Manual
40
Hoofdstuk 7 –
Werken met het controlepaneel
7.1 Waarschuwingen controlepaneel
Gebeurtenis Beschrijving
Dockindicator is verlicht.
De maaimachine bevindt zich in het
basisstation.
Werkingsindicator is verlicht
De maaimachine bevindt zich niet in
het basisstation.
De indicator Automatische
werking Aan/Uit verlicht.
Op de maaier wordt "PAUS"
(Pauze) weergegeven.
De automatische werking is
gepauzeerd.
Draadindicator – Knippert en
piept
De perimeterdraad is doorgesneden,
de verbinding is verbroken of deze is
te lang.
Alle indicators ikkeren
De maaier is 4 uur na het vertrek
niet terug in het basisstation. Als het
basisstation de maaier detecteert,
worden de waarschuwingen
uitgeschakeld.
Alle indicators knipperen en
de zoemer maakt gedurende
10 seconden geluid.
De diefstalbeveiliging is ingeschakeld
en de maaier is uit het basisstation
verwijderd terwijl geen maaibeurt
gepland was.
Opmerking – om een geluidsalarm te stoppen drukt u op de knop Aan/Uit).
7.2 De zoemer inschakelen/uitschakelen
• Druk de knop Aan/Uit gedurende 10 seconden ingedrukt.
- Een korte pieptoon duidt aan dat de zoemer ingeschakeld is.
- Knipperen betekent dat hij uitgeschakeld is.
7.3 Automasche bediening in/uitschakelen
• Deze optie wordt gebruikt om een vooraf gedenieerde automatische werking van de Robomow uit te
schakelen (te pauzeren). Deze optie sluit handmatige bediening (sectie 6.3) niet uit..
• Houd de knop Automatische werking Aan/uit gedurende 2 seconden ingedrukt.
Op het controlepaneel zal een rode led gaan branden. "PAUZE" zal op de maaimachine
weergegeven worden:
o Als de Robomow op dat moment aan het maaien is:
- De Robomow zal de huidige maaicyclus voltooien.
- Na de voltooiing van de huidige maaicyclus zal de Robomow in het basisstation blijven en geen
volgende maaicyclus starten.
• Om automatische bediening in te schakelen
o Houd de knop Aan/Uit gedurende 2 seconden ingedrukt.
Dockingindicator
Automatische
bediening
Werkingsdicator
Draadindicator