Operation Manual

13.3 SERVO-OMPOLING (REVR)
M
et deze functie kan de servodraairichting van alle servo`s
elektronisch omgepoold worden. Bij de inbouw van de servo`s
in het model hoeft er dan geen rekening gehouden te worden
met de draairichting. De servo`s kunnen zo in het model inge-
b
ouwd worden , dat de stuurstangen zo rechtlijnig mogelijk
v
erlopen en achteraf de draairichting elektronisch kiezen.
Alvor
ens verdere gegevens te programmeren moet met deze
functie de draairichting van de servo`s juist ingesteld worden.
Na het activeren van de programm-
eermode, moet deze functie met de
mode-toets gekozen
worden.Daarna verschijnt de hier-
naast staande display-aanduiding
van het menu servo ompoling.
Met de select-toets wordt dan het kanaal gekozen waarvan de
servo-draairichting omgepoold moet worden. De ompoling
gebeurt met de data-invoer-toets. Nadat deze toets minstens
een halve seconde naar beneden(-) is ingedrukt, is er overge-
schakeld naar `REVERSE´(REV). Wordt de schakelaar naar
boven ingedrukt dan wordt er omgeschakeld naar de normale
draairichting (NOR) De pijl in de display markeert de ingestel-
de draairichting. In de afbeelding kan de draairichting voor de
rolroer-servo (kan.1) ingesteld worden.
Door gelijktijdig indrukken van de mode- en select-toets wordt
teruggekeer
d naar de basis-aanduiding.
Bestelnummer
35 MHz Best.nr. F4066
4
0 MHz Best.nr. F4067
T6EXP
24
13.4 DUAL RATE / EXPONENTIEEL FUNCTIE
De software van de T6EXP zender beschikt over een dual-rate
en een exponentieel functie.
Submenu dual-rate functie (D/R)
De servouitslagomschakeling , ook wel dual-rate genoemd,
maakt het mogelijk de lineaire servouitslag van een stuurfunc-
t
ie op een vooraf ingestelde max. waarde in te stellen door het
bedienen van een externe schakelaar. De servouitslag kan dan
bij een zelfde stuurknuppelbeweging groter of kleiner gemaakt
worden.
D
e grafiek toont de
karakteristiek van ver-
scheidene stuurknup-
peluitslagen. Het ver-
loop is in beide geval-
len lineair. Na omscha-
keling bedraagt de ser-
vouitslag bij volle knup-
peluitslag nog 60%.
Deze optie kan op alle
drie de stuurfuncties
toegepast worden. Om
te activeren kan de
rechter frontschakelaar
gebruikt worden. (zie
hfdst. 2.1)
Na activering van de programmeer-
modus moet deze functie met de
mode-toets gekozen worden. De
hiernaast afgebeelde display-aan-
duiding van het menu om de dual-
rate in te schakelen verschijnt dan.
De instelling die als volgt uitgevoer
d moet wor
den, wordt als
voorbeeld voor een bepaalde roerfunctie verduidelijkt:
Met de select-toets wordt bepaald op welk kanaal (1= rol-,
2= nicken- en 4= hekr
otor) een roeruitslag-omschakeling
geprogrammeerd moet worden. Het betreffende kanaalnum-
mer wordt in het linkerdeel van de display getoond. Binnen
deze kanaalkeuzelus bevindt zich ook het submenu ‘expo-
nentieel-functie’ Druk de select-toets niet te vaak in. De
menu`s zijn in een ononderbroken lus gerangschikt , daar-
door komt men door blijven indrukken van deze toets weer
terug.
Breng de dual-rate schakelaar in de positie waarin deze
functie geactiveer
d moet zijn en br
eng de rolroerknuppel in
de gewenste dual-rate positie en druk gelijktijdig de data-
invoer-toets in. De verkleinde servo-uitslag wordt in %-
waarde in de display getoond.
Het instelbereik van de dual-rate omschakeling ligt tussen de
0% en 100% De voorinstelling bedraagt voor alle roeren
100%.
Uit veiligheidsr
eden mag de dual-rate functie niet tot 0%
ger
educeer
d wor
den, omdat anders de stuurfunctie opgehe
-
ven is. De kleinste uitslag moet minstens 20% bedragen. Het
kan ook zijn dat er bewust op deze stuurgever geen functie
toegepast wor
dt omdat voor de over
dracht van dit stuur
-
kanaal een door u zelf samengestelde mixfunctie (PMX1 en
PMX2) gebruikt wor
dt.
servo-uitslag
stuurweg