Operation Manual

Bestelnummer
35 MHz Best.nr. F4066
4
0 MHz Best.nr. F4067
T6EXP
11
Leraarmodule leerlingmodule
t
rainerka-
b
el
adapter
Module
1 en
module
3 F1505
resp.
F1558
1 F1425
3 F1425
4
(3,5 mm)
F
1475
F
1576
4
(
2,5 mm)
8362 F1576
5 F1592
Lehrermodul leerlingmodule
trainer
kabel
adapter
Module
4 3,5
mm
F1574
1 F1575 F1581
3 F1575 F1581
4
(3,5 mm)
F1575
4
(2,5 mm)
8362
5 8238
Leraarmodule leerlingmodule
trainerka-
bel
adapter
Module
4 2,5
mm
FX-Serie
1 8362 F1581
3 8362 F1581
4
(3,5 mm)
8362
4
(2,5 mm)
8377
5 8336
Leraarmodule leerlingmodule
trainerka-
bel
adapter
Module
5
T4EX
T6EXP
Skysport
FF9
1 F1592
3
F1592
4
(3,5 mm)
8238
4
(2,5 mm)
8236
5 F1591
10. AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK
A
lle robbe-Futaba ontvangers functioneren nog bij een werk-
spanning van 3 V met nog steeds dezelfde reikwijdte.Dit heeft
het voordeel dat bij uitval van een accu-cel (kortsluiting) de
ontvangstinstallatie niet uitvalt omdat robbe-Futaba servo`s bij
3
,6 volt nog werken, zij het wat langzamer en minder sterk. Dit
is vooral in de winter bij lage buitentemperaturen belangrijk .
Kortstondige spanningsterugval hoeft dan niet catastrofaal te
zijn.
H
et nadeel is echter dat onder bepaalde omstandigheden een
uitgevallen accu-cel niet opgemerkt wordt. Het is daarom aan
te bevelen om de accu regelmatig te controleren.
Het is zinvol om een robbe accu-controller(best.nr 8409) of
e
en 10-leds schakelaar (F1404)
te gebruiken.
10.1 VOLGORDE VAN INSCHAKELEN
Altijd eerst de zender en dan de ontvanger inschakelen. Bij het
uitschakelen in omgekeerde volgorde te werk gaan. Na het
inschakelen van de ontvanger nemen de servo`s de neutraal-
positie in. Het is aan te bevelen om elke functie door het
bedienen van de signaalgever te controlaren.Bovendien moe-
ten de functies op de correcte draairichting getest
worden.Loopt een servo verkeerd om, dan de draairichting
ompolen.
10.2 KNAKPULSEN
Om storingen te voorkomen, moeten knakpulsen beslist voor-
komen worden. Deze kunnen ontstaan als metalen delen, b.v.
stuurstangn ,door trillingen elkaar kunnen raken.Daarom moet
voor de aansturing van de carburateur altijd een kunststof kwi-
klink gebruikt worden, nooit een metalen aansturing direct,
zonder isolatie aan de carburateurhendel aansluiten.
10.3 ELEKTROMOTOREN
Elektromotor
en moeten beslist
ontstoord worden, anders kun-
nen de vonken die bij gebruik
van de motoren ontstaan, de
besturing ernstig beinvloeden
en storen. Het is dan ook aan te
bevelen om een set ontstoor
-
condensatoren best.nr 4008 te
gebruiken.Iedere motor moet apart ontstoord worden zoals
aangegeven in de bovenstaande tekening.
10.4 SPATWATERDICHTE INBOUW VAN DE ONTVANGER
De ontvanger moet tegen trillingen beschermd worden, (b.v. in
schuimstof verpakken) . Bij het inbouwen in een auto of boot
moet de ontvanger in waterdichte folie verpakt worden.
Na het var
en of rijden moet de ontvanger wel uitgepakt wor-
den om condensvorming te voorkomen.
10.5 TESTEN VAN DE INSTELLINGEN
Op de display van de zender zijn belangrijke informaties af te
lezen.Na het inschakelen van de zender is een korte pieptoon
te hor
en, en geeft hiermee akoestish aan dat de zender inge
-
schakeld is. Daarna worden belangrijke gegevens van de zen-
der weergegeven.
Contoleer de gegevens goed alvor
ens de motor te starten.
Let hierbij op de volgende aanduidingen:
De spanning van de zenderaccu
Het modelgeheugen
100nF
aanslui
-
tingen
100nF
47nF
elektro-
motor
9.4 TABELLEN VAN COMBINATIEMOGELIJKHEDEN
Door het grote aantal verschillende zenders en leraar-leerling-
a
ansluitsystemen(trainermodulen) plus de benodigde trainerka-
bels en eventuele adapterkabels is onderstaand een overzicht
gemaakt.