Gebruiksaanwijzing Het serienummer vindt u aan de onderzijde van de camera. Voordat u begint Lees dit gedeelte voordat u de camera in gebruik neemt. Hierin worden de namen van de onderdelen beschreven en leest u hoe u de camera voorbereidt op gebruik. Eerste stappen Lees dit gedeelte voordat u de camera voor de eerste keer in gebruik neemt. Hierin worden de basishandelingen beschreven, bijvoorbeeld hoe u de camera aanzet, foto’s maakt, en foto’s weergeeft.
De inhoud van het pakket controleren Controleer vóór gebruik van uw digitale camera of in het pakket de hieronder genoemde onderdelen aanwezig zijn. GR Flitsschoenbeschermer Oplaadbare batterij (bevestigd aan camera) (DB-65) g g Stekker g g USBnetadapter (AC-U1) USB-kabel Handriem CD Gebruiksaanwijzing (deze handleiding) Registreer uzelf als gebruiker Bedankt dat u hebt gekozen voor een product van PENTAX RICOH IMAGING.
Inleiding Deze gebruiksaanwijzing bevat informatie over het gebruik van de opname- en weergavefuncties van deze camera en beschrijft relevante voorzorgsmaatregelen. Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door om optimaal gebruik te kunnen maken van deze camera. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor naslag later. PENTAX RICOH IMAGING CO., LTD. Veiligheidsmaatregelen Lees alle veiligheidsmaatregelen grondig door om de camera veilig te kunnen gebruiken.
Microsoft, Windows, Windows 7®, Windows 8® en Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Adobe, het Adobe-logo en Adobe Reader zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. Dit product omvat DNG-technologie met de toestemming van Adobe Systems Incorporated.
Veiligheidsmaatregelen Waarschuwingssymbolen In deze gebruiksaanwijzing en op het product worden diverse symbolen gebruikt om te voorkomen dat u of anderen lichamelijk letsel oplopen of eigendommen beschadigd raken. De symbolen en de betekenis daarvan worden hieronder beschreven. Gevaar Dit symbool duidt op situaties die onmiddellijk kunnen leiden tot de dood of ernstig letsel als de aanwijzingen worden genegeerd of onjuist wordt gehandeld.
n n n n Sluit tussen de positieve (+) en negatieve (-) polen van de batterij geen kabel of ander metalen onderdeel aan. Draag of bewaar de batterij niet in combinatie met metalen objecten zoals ballpoints en halskettingen. Laad de batterij niet op met een oplader van een andere fabrikant. Gebruik de batterij alleen met camera’s die compatibel zijn met de DB-65.
n • • • • n n n n n n n n n n Houd u aan de aanwijzingen hieronder om brand, elektrische schokken of een gescheurde batterij te voorkomen terwijl de batterij wordt opgeladen. Gebruik alleen de aangegeven voedingsspanning. Gebruik geen stekkerdozen of verlengsnoeren. Beschadig of verander netsnoeren niet. Bundel netsnoeren niet bij elkaar. Plaats op netsnoeren geen zware voorwerpen, trek netsnoeren niet strak en verbuig netsnoeren niet.
n n n n n n n n n n n Zorg ervoor dat uw handen niet nat zijn als u de stekker in het stopcontact steekt of uit het stopcontact verwijdert. Anders bestaat er risico op elektrische schokken. Pak altijd de stekker en niet het snoer vast als u de stekker uit het stopcontact haalt. Anders kan dit resulteren in beschadiging van het netsnoer, brand of elektrische schokken.
n n n n n Veiligheids maatregelen voor accessoires Haal de netsnoeren uit de stopcontacten voordat u de apparatuur reinigt. Haal de netsnoeren uit de stopcontacten als u de apparatuur niet gebruikt. Bedek de apparatuur niet terwijl de batterij wordt opgeladen, omdat dit kan resulteren in brand. Maak geen kortsluiting op de polen of metalen contacten op de netsnoeren, omdat dit kan leiden tot brand.
Inhoudsopgave Inleiding.................................................................................................................................... 1 Inhoudsopgave...................................................................................................................... 8 Voordat u begint 13 Onderdelen van de camera.............................................................................................14 Modusknop en op/neer-knop/ADJ.-schakelaar gebruiken..........................
De witbalans instellen .......................................................................................................59 De kleurtemperatuur instellen..............................................................................61 De witbalans instellen..............................................................................................61 Continu-opnamen maken................................................................................................62 Continu-opnamen maken.............
Corrigeren en verwerken van opnamen.....................................................................87 De grootte van opnamen verkleinen.................................................................87 Opnamen bijsnijden.................................................................................................88 Scheve opnamen corrigeren.................................................................................89 Correctie van helderheid en contrast (niveaucompensatie).....................
5 Opnamen downloaden naar uw computer 122 Opnamen gebruiken op een computer....................................................................122 Windows......................................................................................................................122 Macintosh...................................................................................................................122 Opnamen opslaan op PC....................................................................................
12
Voordat u begint Dit hoofdstuk behandelt de namen van de onderdelen en hoe u de camera voorbereidt op het gebruik. Onderdelen van de camera......... 14 Modusknop en op/neer-knop ADJ.-schakelaar gebruiken......... 16 Scherm............................................. 18 Voorbereidingen...........................
Onderdelen van de camera 1 2 3 4 5 6 7 15 8 Voordat u begint 9 10 12 13 14 11 16 26 27 28 33 34 35 36 37 17 18 19 20 21 22 23 24 25 14 29 30 31 32
Op/neer-knop...................................... p.17 20 Aansluitpuntenklep......................p.26, 123 2 Vergrendelingsknop............................. p.16 21 Klep DC-stroomkabel............................. — 3 Modusknop.......................................... p.16 22 Luidspreker............................................ — 4 Ontspanknop....................................... p.32 23 Ontgrendelingsknop............................ p.23 5 Aan/uit-knop...................................
Modusknop en op/neer-knop/ ADJ.-schakelaar gebruiken Modusknop Voordat u begint U kunt een andere opnamemodus kiezen met de modusknop. Druk op de vergrendelingsknop (1) en draai aan de modusknop (2). Av: Prioriteit diafragma (p.40) U stelt het diafragma in en de camera stelt automatisch de sluitertijd in. P: Program shift (p.40) U kunt combinaties van diafragma en sluitertijd kiezen. 5: Automatische opnamemodus (p.
Op/neer-knop/ADJ.-schakelaar Gebruik de op/neer-knop en de ADJ.schakelaar in plaats van de knoppen !"#$ en om de belichting in te stellen. (Gp.41) Op/neer-knop Voordat u begint ADJ.-schakelaar Bediening Beschrijving Op/neer-knop Naar links of rechts Vervangt de knoppen !". draaien Wijzigt het diafragma/de sluitertijd ADJ.-schakelaar Naar links of rechts Vervangt de knoppen #$. drukken Wijzigt het diafragma/de sluitertijd/ISO-instelling. In het midden drukken Roept de toegewezen functie op (Gp.
Scherm Opnamedisplay 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 33 Voordat u begint 11 12 14 26 27 28 29 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 10 36 30 31 32 Fotomodus 3 35 20 21 22 23 24 25 13 1 2 34 15 16 17 18 19 Flitsmodus........................................... p.69 Flitscompensatie/Sterkte handmatige flits.............................p.70, 71 Opnamen met meervoudige belichting/Intervalopname/ Intervalcompositie....................p.64, 66, 67 Continu-opnamen................................. p.
Weergavedisplay 1 10 3 4567 8 11 12 13 14 15 16 Fotomodus 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Mapnummer...................................... p.111 Huidig beeldje/Totaal aantal beeldjes.......— Batterijniveau...................................... p.20 Eye-Fi-verbinding................................ p.20 Beschermde opname........................... p.85 DPOF-printindicator............................. p.95 Gegevensbron...................................... p.25 Indeling/grootte, Beeldverhouding...... p.
Niveau-aanduiding batterij Pictogram Status Batterij volledig geladen. Batterij gedeeltelijk geladen. Het verdient aanbeveling de batterij op te laden. Voordat u begint Batterij bijna leeg. Laad de batterij op. Eye-Fi-verbinding Bij gebruik van een Eye-Fi-kaart (Gp.24) wordt in de opnamemodus en weergavemodus de status van de verbinding weergegeven.
Het scherm wijzigen Gebruik de DISP.-knop om op het scherm andere informatie weer te geven. Opnamemodus Selecteer een van de volgende displays in de opnamemodus: Raster Histogram Vlak Voordat u begint Informatieweergave Grafisch Informatieweergave U kunt onder [DISP.-knop weergave instellen] in het menu [Instelling] instellen welke informatie wordt weergegeven telkens wanneer de DISP.knop wordt ingedrukt. (Gp.
Weergavemodus Weergave met indicaties Gedetailleerde informatieweergave Voordat u begint Weergave zonder indicaties Weergave witverzadiging Opmerking---------------------------------------------------------------------------------------------------• Indien [Aan] is geselecteerd voor [Weergave witverzadiging] in het menu [Instelling], dan knipperen in de witverzadigingsweergave de witverzadigingsgebieden van de opname in zwart.
Voorbereidingen Maak de camera gereed voor gebruik. De batterij en een geheugenkaart plaatsen Met deze camera kunt u gebruikmaken van SD-geheugenkaarten, SDHCgeheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten. (“Geheugenkaart” heeft in deze handleiding betrekking op deze geheugenkaarten.) 1 2 Schuif de ontgrendelingsknop aan de onderzijde van de camera naar OPEN om de klep van het batterij/ kaartcompartiment te openen.
Eye-Fi-kaarten----------------------------------------------------------------------------------------------• Deze camera kan worden gebruikt met Eye-Fi-kaarten (X2-serie), SD-geheugenkaarten met ingebouwde draadloze LAN-functionaliteit. Ga voor meer informatie over Eye-Fi-kaarten naar de Eye-Fi-website (http://www.eye.fi/). • Bij gebruik van een Eye-Fi-kaart worden de volgende instellingen getoond in het menu [Instelling].
Gegevensopslaglocatie Opnamen die met deze camera worden gemaakt, kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen of op een geheugenkaart. Als er in de camera geen geheugenkaart aanwezig is, worden opnamen opgeslagen in het interne geheugen. • Opnamen worden niet in opgeslagen in het interne geheugen indien een geheugenkaart is geplaatst, zelfs wanneer de geheugenkaart vol is. • Indien het aantal bestanden op een geheugenkaart hoger is dan 10.
De batterij opladen Laad vóór gebruik de oplaadbare batterij (DB-65) op met gebruik van de bijgeleverde USB-kabel en USB-netadapter (AC-U1) met bijgeleverde stekker. Voordat u begint 1 Steek de stekker in de USBnetadapter. Steek de stekker zover naar binnen totdat u een klik hoort. 2 3 Open de aansluitpuntenklep en sluit de USB–kabel aan op het USB/ AV OUT-aansluitpunt. Sluit de USB-kabel aan op de USB-netadapter. 4 3 4 26 Steek de USB-netadapter in een stopcontact.
Opslagcapaciteit--------------------------------------------------------------------------------------------- Voorzichtig---------------------------------------------------------------------------------------------------• Gebruik alleen originele oplaadbare batterijen (DB-65). • Als tijdens het opladen de autofocus/flitslamp knippert, dan is er een probleem met de USBnetadapter of batterij. Haal de USB-netadapter uit het stopcontact en verwijder de batterij.
De camera aan- en uitzetten Druk op de aan/uit-knop om de camera aan te zetten. Voordat u begint De aan/uit-knop gaat branden en de autofocus/ flitslamp knippert vervolgens gedurende enkele seconden. Als u de aan/uit-knop opnieuw indrukt, wordt de camera uitgeschakeld. (Indien de datum niet ingesteld is, wordt [0] getoond.) Gebruik van de camera in de weergavemodus Druk de knop 6 in en houd deze ten minste één seconde ingedrukt om de camera aan te zetten in de weergavemodus.
Opmerking---------------------------------------------------------------------------------------------------• Om te besparen op batterijstroom, kunt u in het menu [Instelling] de volgende functies instellen. Bediening Wanneer de instelling wordt uitgeschakeld Slaapstand De camera dimt automatisch het display • Tijdens het opnemen van als gedurende de ingestelde tijd geen films of tijdens het maken van bedieningshandelingen zijn uitgevoerd.
De datum en tijd instellen Wanneer de camera voor de eerste keer wordt aangezet, verschijnt het scherm [Datuminstellingen]. 1 Voordat u begint Stel het jaar, de maand, de dag, het uur, de minuut en de datumnotatie in. Druk op #$ om een onderdeel te selecteren, en druk op !" om de waarde te wijzigen. Druk op de knop r als u de instelling wilt annuleren. 2 Druk op MENU/OK. 3 Druk op MENU/OK. Er verschijnt een bevestigingsvenster. De datum is ingesteld.
Eerste stappen Lees dit gedeelte voordat u de camera voor de eerste keer in gebruik neemt. Elementaire opnamefuncties...... 32 Opnamen weergeven................... 37 Gebruik van het menu..................
Elementaire opnamefuncties U bent nu gereed. Foto’s maken met Auto-instellingen Eerste stappen 1 2 32 Zet de modusknop op 5. Druk op de vergrendelingsknop en draai aan de modusknop. Schuif de FOPEN-schakelaar omlaag als u de flitser wilt gebruiken. De flitser klapt open. De autofocus/flitslamp knippert terwijl de flitser wordt opgeladen. Zodra de flitser opgeladen is, gaat de lamp uit en is de camera gereed om een opname te maken. De flitser gaat niet af als de flitserklep gesloten is.
Focus----------------------------------------------------------------------------------------------------------• De autofocus/flitslamp en de kaderkleur laten zien of het onderwerp al dan niet scherp is gesteld. Autofocus/flitslamp Status van de focus Kaderkleur Autofocus/flitslamp De camera heeft nog niet scherp gesteld. Wit Off Onderwerp scherp gesteld Groen Aan (groen) Camera kan niet scherp stellen.
diafragma-, sluitertijd-, ISO- en witbalansinstellingen behouden. De opnameomstandigheden worden niet behouden in de volgende gevallen: • Zelfontspanner • Opnamen maken met de intervaltimer • Intervalcompositie • Stand 3 Eerste stappen Zelfontspanner De zelfontspanner kan worden ingesteld op twee seconden of een aangepaste instelling. Een instelling van twee seconden is handig om cameratrillingen te voorkomen. Bij [Aangepaste zelfontspanner] kunt u de opslagcapaciteit en de opname-interval instellen.
Horizontale stand en helling van camera controleren Deze camera is uitgerust met een ingebouwde niveau-aanduiding die kan worden gebruikt om op het scherm de vlakke (horizontale) stand en helling van de camera te controleren. U kunt het horizontale niveau en de helling controleren in de voorwaartse-achterwaartse richting. Druk de DISP.-knop in en houd deze ingedrukt. Eerste stappen 1 Het menu wordt getoond. 2 3 Druk de knoppen !" in om een instelling te selecteren.
Geel Rood Eerste stappen Wanneer naar voren gekanteld. Camera is te ver naar voren of achteren gedraaid of kan kanteling niet bepalen. Opmerking---------------------------------------------------------------------------------------------------• De aanduidingen worden alleen getoond wanneer [Niveau-aanduiding] ingesteld is op [Aan] bij [DISP.-knop weergave instellen] in het menu [Instelling]. (Gp.110) • De aanduidingen kunnen ook worden ingesteld bij [Niveau-instelling] in het menu [Instelling].
Opnamen weergeven Opnamen kunnen worden bekeken op het scherm. 1 De camera gaat naar de weergavemodus en de laatst gemaakte foto wordt getoond. Druk op de knoppen #$ om naar een andere opname te gaan. Eerste stappen 2 Druk op de knop 6. U kunt de volgende bedieningshandelingen verrichten: #-knop Eén foto terug $-knop Eén foto vooruit Druk op de #$ knoppen en houd Versneld vooruit deze ingedrukt Druk opnieuw op de knop 6 als u terug wilt gaan naar de opnamemodus.
Gebruik van het menu 1 Eerste stappen 2 Druk op MENU/OK. Het menu wordt getoond. Welk menu het eerst wordt weergegeven hangt af van de modus wanneer de knop wordt ingedrukt. Als u een ander menu wilt weergeven, druk dan op de knop #, gebruik daarna de knoppen !" om een tab te selecteren, en druk vervolgens op de knop $. Druk op de knoppen !" om een item te selecteren. Door op de knop X/Y te drukken, wordt de cursor naar de kop van de menubegrenzing (horizontale lijn) verplaatst.
Geavanceerde bedienings handelingen Lees dit gedeelte als u meer wilt weten over de verschillende camerafuncties. 1 2 3 4 5 1 Diverse opnamefuncties......... 40 2 Weergavefuncties..................... 81 3 Camera-instellingen wijzigen....................................... 99 4 Menu’s....................................... 114 5 Opnamen downloaden naar uw computer................... 122 6 Bijlagen.....................................
1 Diverse opnamefuncties Selecteer een opnamemodus die in overeenstemming is met de scène. Modus Doel Pagina 5 Om gemakkelijk opnamen te maken 1 P/Av/Tv/TAv/M Voor het maken van opnamen met een ingestelde p.40 diafragmawaarde en sluitertijd Diverse opnamefuncties 3 Voor het opnemen van films p.78 MY1/MY2/MY3 Voor het registreren van favoriete instellingen p.102 Opnamen maken met een ingestelde diafragmawaarde en sluitertijd Stel een diafragmawaarde of sluitertijd in als u opnamen maakt.
1 2 Zet de modusknop op P/Av/Tv/TAv/M. Het symbool voor de geselecteerde opnamemodus en de ingestelde waarde worden getoond op het opnamescherm. In de modus M wordt de belichtingsindicator getoond. Draai aan de op/neer-knop om een waarde te wijzigen. 1 Modus 3 Op/neer-knop ADJ.-schakelaar Av Diafragmawaarde — TV Sluitertijd — TAv/M Diafragmawaarde Sluitertijd In de modus M is de belichting correct wanneer de indicator in het midden staat.
1 Diverse opnamefuncties • Indien de volgende functies zijn ingesteld in het menu [Foto’s nemen], en geen juiste belichting kan worden verkregen voor de diafragmawaarde/sluitertijd die is ingesteld in de Av/Tv/TAv-modi, dan zal de camera automatisch de instellingen zo aanpassen dat de juiste belichting wordt verkregen. • Av [Auto Aanpassing Lensopening] • Tv [Automatische aanpassing sluitertijd] • TAv [Auto aanpass.
Programmaschema----------------------------------------------------------------------------------------• Het programmaschema in de modus P wordt hieronder getoond. Afhankelijk van de belichtingswaarde (Ev) kan een bepaalde combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd (Ev) verschuiven. (In het voorbeeld is de ISO-snelheid ingesteld op [ISO 100].
Gebruik van diafragma-preview De camera gaat over op diafragma-preview door op de knop p te drukken en deze knop ingedrukt te houden terwijl de ontspanknop half ingedrukt is of AE-vergrendeling wordt gebruikt. De ingestelde diafragmawaarde voor het maken van opnamen wordt geactiveerd, en u kunt de scherptediepte controleren. Diafragma-preview wordt geannuleerd als u de knop p loslaat.
Belichtingsinstellingen Gebruik van belichtingscompensatie 1 Stel een waarde in met gebruik van de knop X/Y. 2 Druk op de knop MENU/OK. Het opnamescherm verschijnt opnieuw, en de instelling wordt getoond op het scherm. 1 Diverse opnamefuncties Instellingen kunnen worden gekozen tussen –4,0 EV en +4,0 EV. U kunt ook opnamen maken zonder verdere aanpassingen.
De ISO-snelheid instellen In het menu [Foto’s nemen] kan de ISO-snelheid worden ingesteld bij [ISO/ ruisonderdr.]. 1 Diverse opnamefuncties Auto Bij gebruik van ISO 100 t/m ISO 800 stelt de camera automatisch de gevoeligheid in op basis van de helderheid, de afstand tot het onderwerp, macro-instellingen, en de indeling. Auto-hoog (auto met hoge gevoeligheid) De gevoeligheid kan hoger worden ingesteld dan bij [Auto].
Ruis onderdrukken U kunt voor foto’s de hoeveelheid ruis verminderen. 1 2 4 5 Het scherm [ISO/ruisonderdrukking] verschijnt. Druk op de knop !" om [Ruisonderdrukking] te selecteren en druk vervolgens op de $ knop. Druk op de knop !" om [Off], [Auto], of [Handmatig] te selecteren. Ga verder met stap 5 als u [Off ] of [Auto] selecteert. Druk op de knop !"#$ om de ISO-snelheid te selecteren die moet worden toegepast. Kies tussen [Sterk], [Medium] en [Zwak].
Compensatie dynamisch bereik In het menu [Foto’s nemen] kunt u [Compensatie dynamisch bereik] gebruiken om de gradatie van een opname uit te breiden, zodat de heldere en donkere gedeelten van een opname duidelijk zichtbaar zijn. U kunt kiezen tussen [Off ], [AUTO], [Zwak], [Medium] en [Sterk]. 1 Op het scherm verschijnt een symbool als de compensatie van het dynamische bereik is ingesteld.
Een belichtingsmetingsmethode selecteren Stel in het menu [Foto’s nemen] de optie [Belichtingsmeting ] in. Meervoudig De camera meet de belichting in 484 gebieden van het kader. (Standaardinstelling) Punt Het midden van het beeld wordt gemeten om de belichtingswaarde te bepalen. Gebruik deze optie wanneer u de helderheid in het midden wilt gebruiken. Aan te bevelen als er een duidelijk verschil is in contrast of achtergrondverlichting.
Een foto-indeling instellen In het menu [Foto’s nemen] kunnen met de optie [Foto-indeling] de indeling, grootte en verhoudingen van foto’s worden ingesteld. Indeling/grootte 1 Diverse opnamefuncties o: p: q: r: s: u: Neemt een RAW-bestand in de grootte q op (DNG-indeling). Neemt een RAW-bestand gelijktijdig op met een JPEG-bestand in de grootte q.
Scherp stellen Een scherpstellingsmethode selecteren Selecteer [Focus] in het menu [Foto’s nemen]. Meervoudige AF Onderw. volgen AF Stelt scherp op het midden van het kader. Stelt scherp op een kleiner gebied dan Punt-AF. Volgt het onderwerp en stelt voortdurend scherp. Als u de ontspanknop half indrukt, wordt het onderwerp binnen het kader in het midden van het scherm ingesteld als het doel dat moet worden gevolgd, en verschijnt er een groen doelsymbool.
• In [Onderw. volgen AF] zijn de volgende functies niet beschikbaar. • Zelfontspanner [Aangepaste zelfontspanner] • Opnamen maken met de intervaltimer • Intervalcompositie • FA/doel verpl. Handmatig scherp stellen 1 Indien de camera niet in staat is om automatisch scherp te stellen, kunt u automatisch scherp stellen. Diverse opnamefuncties Met handmatige scherpstelling kunnen op een vaste afstand opnamen worden gemaakt. 1 2 Selecteer in het menu [Foto’s nemen] bij [Focus] de optie [MF].
Close-ups maken (Macrostand) U kunt het onderwerp benaderen tot op 10 cm (opnamebereik: circa 12 x 8 cm) vanaf het einde van de lens om opnamen te maken. 1 Druk in de opnamemodus op de knop N (!). Op het opnamescherm verschijnt N. Maak de opname. Druk nogmaals op de knop N als u de macrostand wilt annuleren. Diverse opnamefuncties 2 1 Opmerking---------------------------------------------------------------------------------------------------• De scherpstelling werkt als [Punt AF] of [Pinpoint-AF].
Gebruik van de AF-knop Wanneer de AF-knop wordt gebruikt, zijn AE-vergrendeling of AFvergrendeling beschikbaar in plaats van dat u de ontspanknop half indrukt. U kunt de AF-functiekiezer gebruiken om de functie van de AF-knop te kiezen. AF-functiekiezer 1 Diverse opnamefuncties AF-knop Gebruik van AEL/AFL met de AF-functiekiezer Deze functies werken op basis van [AEL/AFL instellen] in het menu [Belangrijke opties].
Opmerking---------------------------------------------------------------------------------------------------• De scherpstelling wordt verplaatst naar de positie die is geselecteerd bij [Focus] wanneer AF-vergrendeling niet kan worden ingesteld of wordt geannuleerd. • Ook wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer de scherpstelling is vergrendeld met de AF-knop, verandert de positie van de AE/AF-vergrendeling niet.
Focusondersteuning en AE/AF-doel instellen Zonder de camera te bewegen kunt u met gebruik van alleen knoppen een specifiek punt op het onderwerp meten, en de scherpstellingsvergrendeling activeren. Deze functie is handig als u opnamen maakt op een statief. U kunt een deel van het scherm vergroten en contouren en contrast benadrukken om gemakkelijker scherp te stellen. 1 1 Diverse opnamefuncties 2 Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [FA/doel verplaatsen], en druk vervolgens op de knop $.
De volgende instellingen zijn beschikbaar. Instelling doelverplaatsing Focusondersteuning inst. 4 Als u op de knop OK drukt, verschijnt opnieuw het scherm van stap 2. 1 Diverse opnamefuncties Vergroting instellen Bepaalt het doel dat moet worden verplaatst. Keuze tussen AE/AF, AF en AE. Intensiveert de contouren en het contrast binnen het gebied, waardoor het gemakkelijker is om scherp te stellen.
Opnamen maken met één druk op de ontspanknop (Opname bij volledig indrukken) 1 Als u de ontspanknop half indrukt, wordt AF geactiveerd. Als u de ontspanknop echter in zijn geheel indrukt, wordt snel een opname gemaakt met de ingestelde brandpuntsafstand. Deze functie wordt Opname bij volledig indrukken genoemd. De camera stelt scherp op de afstand die is ingesteld bij [Snapfocusafstand] in het menu [Foto’s nemen] (Gp.52).
De witbalans instellen Wijzig de witbalans zodanig dat witte onderwerpen er onder elk type verlichting wit uitzien. [Multi-P AUTO] is standaard geselecteerd. Indien de witbalans anders is dan u had verwacht bij het maken van een opname van één enkele kleur of bij het maken van opnamen onder meerdere lichtbronnen, dan kunt u de instelling wijzigen.
Specificeert de kleurtemperatuur. (Gp.61) Detail Stel de witbalans handmatig in. (Gp.61) Handmatig 1 1 Diverse opnamefuncties 2 3 4 Druk tijdens de opnamemodus op de knop WB ("). Het scherm [Witbalans] verschijnt. Selecteer de instelling met de !"-knop. Als geen correcties nodig zijn, ga dan verder met stap 6. Zie p.61 voor [Details] [Handmatig]. Druk op de Fn2-knop. Het scherm [Witbalanscompensatie] verschijnt. Verricht puntinstellingen met de !"#$ knoppen. Druk op de knop r als u wilt resetten.
Voorzichtig---------------------------------------------------------------------------------------------------• De witbalans wordt mogelijk niet correct ingesteld voor een onderwerp dat grotendeels donker is. • Als u opnamen maakt met de flitser, wordt de witbalans niet correct ingesteld indien [Auto] of [Multi-P AUTO] niet geselecteerd is. De kleurtemperatuur instellen 1 Het scherm [Witbalans gedetailleerd instellen] verschijnt. Stel de waarde in met de knoppen !".
Continu-opnamen maken Voor continu-opnamen zijn de volgende functies beschikbaar. Continue Er worden foto’s gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. p.62 Auto groepering Er worden drie opnamen gemaakt met wisselende belichting, p.63 witbalans, effecten, dynamisch bereik, of contrast. 1 Meervoudige belichting Voegt meerdere opnamen samen. p.64 Interval Maakt automatisch opnamen met een vast interval. p.
• Indien tijdens het maken van continu-opnamen de laatste vier cijfers van het bestandsnummer hoger worden dan [9999], dan wordt op de SD-geheugenkaart een afzonderlijke map gemaakt en worden opeenvolgende gemaakte opnamen in deze map opgeslagen. • Indien het aantal bestanden op een geheugenkaart hoger is dan 10.000, kunnen bestanden met een klein map/bestandsnummer niet worden weergegeven. Deze opnamen worden echter niet verwijderd en raakt u niet kwijt.
Opmerking---------------------------------------------------------------------------------------------------• Wanneer [AE-BKT 1/3EV], [AE-BKT 1/2EV] of [DR-BKT] wordt geselecteerd en de witbalans ingesteld is op [Multi-P AUTO], dan werkt de witbalans in [AUTO]. • [Auto groep.] kan worden geregistreerd in het menu [Belangrijke opties] onder [ADJ.-schakelaar instellen] of [Stel Fn-knop in]. (Gp.105, p.
Autom. belichting [Off]: de belichtingswaarde wordt niet ingesteld. [Aan]: de belichtingswaarde wordt afgestemd op het aantal opnamen dat wordt samengevoegd. Elke foto opslaan [Off]: slaat alleen de uiteindelijke samengevoegde opname op. [On]: slaat alle niet-samengevoegde opnamen op. Opnamen tijdens proces opslaan 4 5 [On]: slaat de opname op bij elke samenvoeging. Druk op de knop MENU/OK. Op het opnamescherm verschijnt [Opname met meerv. belichting]. Maak de eerste opname.
Automatisch opnamen maken met een ingesteld interval (Intervalopname) Maakt automatisch opnamen met een vast interval. 1 1 Diverse opnamefuncties 2 3 Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [Intervalopname], en druk vervolgens op de knop $. Het scherm [Intervalopname] verschijnt. Selecteer minuten/seconden met de knoppen #$, en stel vervolgens de intervalwaarde in met de knoppen !".
Sporen van vallende sterren (Intervalcompositie) Voegt een reeks continu-opnamen samen die zijn gemaakt met een vast interval, zodanig dat de heldere gebieden overblijven. Gebruik deze optie als u opnamen wilt maken van de lichtsporen die worden gevormd door sterren of de maan, door in nachtlandschappen opnamen te maken van een vaste positie. 1 2 4 Zet de modusknop op Av/Tv/TAv/M, en probeer vervolgens een opname te maken.
7 Als alle gewenste foto’s zijn gemaakt, druk dan op de knop MENU/OK om het maken van opnamen stop te zetten. De samengevoegde opname wordt opgeslagen. Voorzichtig---------------------------------------------------------------------------------------------------- 1 Diverse opnamefuncties 68 • Als u op de knop MENU/OK drukt terwijl een opname wordt gemaakt, dan wordt de opname niet samengevoegd. • De flitser kan met deze functie niet worden gebruikt.
Werken met de flitser De flitsmodus instellen Auto De flitser gaat automatisch af wanneer het onderwerp slecht of op de achtergrond verlicht wordt. De flitser gaat altijd af. Flits synchroon Handmatige flits De flitser gaat af met vertraagde sluitertijd. Gebruik deze optie als u nachtopnamen maakt waarin mensen voorkomen. Gebruik van een statief wordt aanbevolen om wazigheid te voorkomen. De flitsintensiteit wordt ingesteld onder [Sterkte handmatige flits] in het menu [Foto’s nemen]. (Gp.
Opmerking---------------------------------------------------------------------------------------------------• De flitsmodus kan niet worden gewijzigd wanneer de flitserklep gesloten is. • Indien de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [Auto], dan heeft het licht vanaf de flitser een bereik tussen circa 20 cm en 3 meter vanaf het einde van de lens. • De flitser produceert eerst een voorflits om de nauwkeurigheid van AE te vergroten.
Opmerking----------------------------------------------------------------------------------------------• Wanneer de flitsmodus ingesteld wordt op [Handmatige flits], is de waarde die ingesteld is voor [Flitsbelichtingscompensatie] niet geldig. • [Flitscompens.] kan in het menu [Belangrijke opties] worden geregistreerd onder [ADJ.-schakelaar instellen] of [Stel Fn-knop in]. (Gp.105, p.
Foto’s maken met een unieke sfeer Maakt opnamen met gevarieerde verzadiging en wisselend contrast. Effect 1 Wijzigt factoren zoals de kleurtoon om opnamen met een geheel eigen uitstraling te maken. Diverse opnamefuncties Zwartwit ZW (TE) Sterk contrast zwart-wit Kruisproces Positiefilm Voegt een tint toe aan opnamen in zwart-wit. De opties [Tooneffect], [Verzadiging], [Contrast], [Scherpte] en [Vignettering] kunnen worden ingesteld. Maakt opnamen met een sterker contrast dan [Zwartwit].
Afbeeldingsinstellingen Maakt opnamen met gemoduleerde verzadiging, contrast, scherpte en vignettering. Levendig Normale beeldkwaliteit. Deze optie wordt geselecteerd wanneer de afbeeldingsinstellingen worden uitgeschakeld. [Standaardinstelling] Stelt [Verzadiging], [Contrast], [Scherpte] en [Vignettering] in. Instelling 1/2 1 2 3 4 Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [Effect] [Afbeeldingsinstellingen], en druk vervolgens op de $ knop. Selecteer de instelling met de !" knoppen.
Voorzichtig---------------------------------------------------------------------------------------------------• • • • De [Afbeeldingsinstellingen] zijn niet van toepassing als u een [Effect] selecteert. [Vignettering] kan niet worden ingesteld in de modus 3. Instellingen van [Effect] en [Afbeeldingsinstellingen] worden niet toegepast op RAW-opnamen. [Effect] kan niet worden gebruikt met de volgende functies.
Miniatuuropnamen Maakt opnamen alsof deze close-ups van een miniatuur zijn. Deze modus is handig als u opnamen maakt vanaf een hoog uitzichtpunt terwijl u in een diagonale hoek naar beneden kijkt. 1 3 4 5 6 7 Het scherm [Effect] > [Miniatuur maken] verschijnt. Druk op de knoppen !"#$ om de instellingen te wijzigen, en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Druk op de knop MENU/OK. Het scherm voor het maken van miniatuuropnamen verschijnt.
Overige opnamefuncties De datum toevoegen aan foto’s 1 Indien u [Datum] of [Tijd] selecteert in het gebied [Datum afdruk] van het menu [Foto’s nemen], dan wordt de datum (jaar/maand/dag) of de datum en tijd (jaar/maand/dag uur:minuut) afgedrukt in de rechterbenedenhoek van foto’s. Diverse opnamefuncties In de rechterbenedenhoek van het opnamescherm wordt een indicator getoond als datumafdruk ingeschakeld is.
4 Selecteer met de !"#$ knoppen de opties [Afbeeldingsgrootte] en [Beeldsnelheid]. 1 Beeldsnelheid (beeldjes per seconde) 60 50 30 25 24 w (1920×1080) N N Y Y Y x (1280×720) Y Y Y Y Y n (640×480) N N Y Y Y Afbeeldingsgrootte 5 Diverse opnamefuncties De volgende instellingen kunnen worden verricht. Welke beeldsnelheden kunnen worden geselecteerd, hangt af van de afbeeldingsgrootte. Druk op de knop MENU/OK. U keert terug in het menu [Foto’s nemen].
Films opnemen 1 2 1 Diverse opnamefuncties 3 Zet de modusknop op 3. Druk op de ontspanknop. Het opnemen van de film begint. Tijdens het opnemen knippert de indicator “REC” en worden de opnametijd en resterende tijd getoond. Druk de ontspanknop opnieuw in. Het opnemen van de film wordt stopgezet. Voorzichtig---------------------------------------------------------------------------------------------------• Als de camera tijdens het opnemen wordt bediend, dan worden ook de bedieningsgeluiden opgenomen.
Films afspelen 1 2 Druk op de 6 knop. De weergavemodus wordt geactiveerd. Selecteer een film met de #$ knoppen. 3 Druk op de ! knop. De weergave begint. Op het scherm worden een voortgangsindicator en de verstreken tijd getoond. 1 Diverse opnamefuncties Films worden aangeduid met het pictogram 3. Het eerste beeldje van de film wordt weergegeven als een foto. De volgende bedieningshandelingen kunnen worden uitgevoerd.
Films uitsnijden De delen aan het begin of eind van een film die niet nodig zijn, kunt u wissen, en de overblijvende film kan worden opgeslagen als een nieuw bestand. 1 1 Diverse opnamefuncties 2 3 4 5 80 Zet de betreffende film in de weergavemodus, en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Filmbestand uitsnijden], en druk vervolgens op de knop $. Het scherm [Filmbestand uitsnijden] verschijnt. Druk op de ADJ.-schakelaar om het begin of het eind te selecteren.
2 Weergavefuncties Opnamen tonen in miniaturenweergave Door tijdens de weergavemodus op de knop 8 (X)/9 (Y) te drukken, worden meerdere opnamen als miniaturen weergegeven. Weergave van 20 beeldjes Weergave van 81 beeldjes 2 !"#$ knop Selecteert een opname. ADJ.-schakelaar Toont het geselecteerde beeld in de enkelbeeldweergave. DISP.-knop Wisselt tussen selectie van één opname en selectie van pagina. Weergavefuncties De volgende bedieningshandelingen zijn mogelijk.
Opnamen vergroot weergeven U kunt foto’s vergroot weergeven. De volgende bedieningshandelingen zijn mogelijk. Vergroot de opname. 8 (X) knop/ Draai de op/neer-knop naar rechts 2 Verkleint de opname. 9 (Y) knop/ Draai de op/neer-knop naar links Weergavefuncties !"#$ knoppen Verplaatst het vergrote gebied. ADJ.-schakelaar Indrukken: de opname wordt in één keer vergroot tot de vergroting van (4x, 8x of 16x) die is ingesteld bij [Zoomverhouding bij knopdruk] in het menu [Foto’s nemen].
Bestanden organiseren Bestanden wissen Eén bestand wissen 1 2 3 Geef in de weergavemodus de opname weer die u wilt wissen. Druk op de knop D. U kunt een ander bestand kiezen met de #$ knoppen. 4 2 Weergavefuncties Gebruik de !" knoppen om [Een verw.] te selecteren. Druk op de knop MENU/OK. Het bestand wordt gewist. Herhaal stap 3 t/m 4 als u een ander bestand wilt wissen. Selecteer [Annuleren] als u het proces wilt stopzetten. Alle bestanden wissen 1 2 3 Druk in de weergavemodus op de D knop.
2 3 4 Selecteer [Meer verw.] en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Selecteer [Sel. idiv.] of [Sel. Ber.] (reeks) en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Gebruik de knoppen !"#$ om bestanden te selecteren en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Als u [Sel. Ber.] hebt geselecteerd, selecteer dan alleen het bestand dat het startpunt van het bereik is. Het prullenbaksymbool wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het bestand. 2 Weergavefuncties Door op de ADJ.-schakelaar te drukken, wisselt u tussen [Sel.
Bescherming instellen U kunt bestanden beschermen om te voorkomen dat deze per abuis worden gewist. Voorzichtig---------------------------------------------------------------------------------------------------• Als u in het menu [Instelling] de optie [Formatteren] selecteert, dan worden beschermde opnamen ook gewist. Bescherming instellen voor één bestand 1 Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Beschermen] en druk vervolgens op de $ knop. Gebruik de !" knoppen om [1 bestand] te selecteren.
Bescherming voor alle bestanden instellen/annuleren 1 2 Selecteer [Beschermen] in het menu [Afspelen] en druk vervolgens op de $ knop. Selecteer [Alles select.] of [Alles annul.] en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Tegelijkertijd bescherming instellen voor meerdere bestanden 2 1 Weergavefuncties 2 3 4 5 86 Selecteer [Beschermen] in het menu [Afspelen] en druk vervolgens op de $ knop. Ga bij een weergave van 20 of 81 beeldjes verder met stap 3. Selecteer [Select. meer.
De opnamen in het interne geheugen kopiëren naar een kaart U kunt de foto’s en films die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een geheugenkaart. 1 2 Plaats een geheugenkaart. Selecteer in het menu [Afspelen] de optie [Van kaart naar intern geh. Kopiëren] en druk vervolgens op de knop $.
Opnamen bijsnijden U kunt de randen van opnamen wegsnijden en de opnamen vervolgens opslaan. 1 2 2 3 Geef in de weergavemodus de opname weer die u wilt bijsnijden en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Bijsnijden] en druk vervolgens op de $ knop. Weergavefuncties Specificeer het bereik dat moet worden bijgesneden. De volgende bedieningshandelingen zijn mogelijk. 4 X/Y knop Wijzigt de grootte voor bijsnijden. !"#$ knop Verplaatst het bijsnijdkader. ADJ.
Scheve opnamen corrigeren Corrigeer opnamen van rechthoekige objecten zoals berichtenborden en visitekaartjes die zijn gemaakt in een hoek, zodat de opnamen eruitzien alsof deze vanaf de voorzijde zijn gemaakt. 1 2 Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Scheefheidscorrectie] en druk vervolgens op de $ knop. Er verschijnt een bericht dat aangeeft dat de opdracht wordt verwerkt, en vervolgens worden met oranje kaders maximaal vijf gebieden aangegeven als gedetecteerde correctiedoelen.
Correctie van helderheid en contrast (niveaucompensatie) U kunt de helderheid en het contrast van gemaakte foto’s wijzigen. 1 2 2 3 Toon in de weergavemodus de opname die u wilt corrigeren en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Niveaucompensatie] en druk vervolgens op de $ knop. Selecteer [Auto] of [Handmatig] en druk vervolgens op de $ knop.
Voorbeeld van correctie-----------------------------------------------------------------------------------De algehele helderheid wijzigen • Verplaats het middenpunt naar links om de algehele helderheid te vergroten, en verplaats het naar rechts om de algehele donkerte te vergroten.
De witbalans corrigeren U kunt de kleurtonen van foto’s corrigeren. 1 2 2 3 Weergavefuncties 4 Toon in de weergavemodus de opname die u wilt corrigeren en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Witbalanscompensatie] en druk vervolgens op de $ knop. Het scherm [Witbalanscompensatie] verschijnt. Gebruik de knoppen !"#$ om de posities van de punten te wijzigen. Druk op de knop r als u de witbalans wilt resetten.
Voorzichtig---------------------------------------------------------------------------------------------------• Sommige opnamen kunt u mogelijk niet goed corrigeren. • Als u kleurmoiré corrigeert, kan zich kleurverlies of kleuruitloop voordoen. RAW-bestanden ontwikkelen Converteer RAW-bestanden naar JPEG-indeling en sla deze vervolgens op als nieuwe bestanden. U kunt instellingen zoals de witbalans en effect configureren, en de bestanden vervolgens opslaan. 1 Het menu [Afspelen] verschijnt.
Opmerking---------------------------------------------------------------------------------------------------• De instellingen die actief waren ten tijde van de opname, worden in eerste instantie geselecteerd. • [Multi-P AUTO] of [Handmatig] van [Witbalans] kunt u alleen selecteren als deze ten tijde van de opname was geselecteerd. • Kies voor [Compensatie dynamisch bereik] en [Ruisonderdrukking] tussen [Off], [Zwak], [Medium] en [Sterk].
Voorzichtig---------------------------------------------------------------------------------------------------• Het scherm is uitgeschakeld terwijl de camera op een apparaat aangesloten is met een AV-kabel of HDMI-kabel. • De audio van de video wordt uitgevoerd vanaf het audiovisuele apparaat. Wijzig het volume op het audiovisuele apparaat. • De weergave van de witverzadiging is uitgeschakeld terwijl de camera op een apparaat aangesloten is met een HDMI-kabel.
DPOF instellen voor meerdere foto’s Selecteer in de miniaturenweergave meerdere opnamen en het aantal exemplaren. 1 2 Weergavefuncties 96 2 3 Druk in de weergavemodus op de Y knop. Het scherm verandert in de weergave van 20 beeldjes. Selecteer [DPOF] in het menu [Afspelen] en druk vervolgens op de $ knop. Gebruik de #$ knoppen om een foto te selecteren die u wilt afdrukken en gebruik vervolgens de !" knoppen om het aantal exemplaren in te stellen.
De opnamen voor verzending selecteren Bij gebruik van een Eye-Fi-kaart kunt u zojuist geselecteerde opnamen verzenden. 1 2 3 5 6 Zet de camera uit en weer aan. Selecteer [Eye-Fi overzetten] in het menu [Afspelen] en druk vervolgens op de knop $. Het scherm verandert in de weergave van 20 beeldjes. Gebruik de knoppen #$ om voor verzending een opname te selecteren en druk vervolgens op de knop MENU/OK. 2 Weergavefuncties 4 Stel [Eye-Fi-verbindingsinstellin.
Opmerking---------------------------------------------------------------------------------------------------• U kunt het scherm in stap 6 openen door in de enkelbeeldweergave van de weergavemodus op de knop Effect te drukken, en de getoonde opname verzenden.
3 Camera-instellingen wijzigen De camera aanpassen U kunt de functies van de Fn-knoppen en ADJ.-schakelaar wijzigen, en instellingen registreren onder MY1/MY2/MY3 van de modusknop. Opname-instellingen registreren (Mijn instellingen) U kunt de huidige camera-instellingen registreren als Mijn instellingen zodat het heel gemakkelijk is de gewenste instellingen op te roepen en hiermee opnamen te maken. Instellingen kunnen worden geregistreerd onder het volgende.
1 2 3 Stel de functies in die u wilt registreren. Selecteer [Registreer mijn instellingen] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op de $ knop. Het scherm Registreer mijn instellingen verschijnt. Selecteer de locatie om de instellingen te registreren en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Als u [MY1], [MY2] of [MY3] selecteert, dan worden de instellingen geregistreerd onder de modusknop.
Ophalen van instellingen die zijn geregistreerd als Mijn instellingen De instellingen die u hebt geregistreerd onder [Mijn instellingenbox] kunnen worden toegewezen aan MY1/MY2/MY3 van de modusknop. 1 2 Het scherm [Mijn instellingen ophalen] verschijnt. Gebruik de knoppen !" om de locatie op de knop te selecteren waaraan u de instellingen wilt toewijzen en druk vervolgens op de knop $.
Opnamen maken in de modus Mijn instellingen 1 Zet de modusknop op MY1/MY2/MY3. U kunt nu opnamen maken met de instellingen van Mijn instellingen. 3 Camera-instellingen wijzigen Symbool voor geregistreerde opnamemodus 2 Als u de opnamemodus tijdelijk wilt wijzigen, selecteer dan [Opnamemodus wijzigen] in het menu [Foto’s nemen].
Mijn instellingen bewerken U kunt de instellingen bewerken die zijn geregistreerd als Mijn instellingen. 1 2 Selecteer [Mijn instellingen bewerken] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op de knop $. Het scherm [Mijn instellingen bewerken] verschijnt. Selecteer het item van Mijn instellingen dat u wilt bewerken en druk vervolgens op de knop $. 3 3 Er verschijnt een lijst met instellingen.
De naam van een item van Mijn instellingen wijzigen 1 Selecteer [Naam] in het scherm van stap 3 op p.103 en druk vervolgens op de knop $. Tekstinvoergebied Het scherm [Naam] verschijnt en de huidige naam wordt weergegeven in het tekstinvoergebied. Als u een nieuwe naam wilt invoeren, ga dan naar stap 3. 3 Camera-instellingen wijzigen 2 3 4 Gebruik de knoppen #$ om de cursor te verplaatsen naar de positie die u wilt bewerken. Druk op de " knop.
Opmerking---------------------------------------------------------------------------------------------------• Indien bij [Mijn instellingen ophalen] de instellingen zijn toegewezen aan [MY1], [MY2] en [MY3] en de instellingen van Mijn instellingenbox worden bewerkt, dan worden de wijzigingen ook toegepast op de instellingen van [MY1], [MY2] en [MY3].
1 2 3 3 Camera-instellingen wijzigen 4 Selecteer [ADJ.-schakelaar instellen] in het menu [Belangrijke Opties] en druk vervolgens op de $ knop. Het scherm [ADJ.-schakelaar instellen] verschijnt. Gebruik de knoppen !" om een ADJ.-schakelaarinstelling te kiezen uit de reeks [ADJ.-schakelaar instelling 1] t/m [ADJ.schakelaar instelling 5] en druk op de $ knop. Gebruik de !" knoppen om de functie te selecteren die u wilt registreren en druk vervolgens op de knop #. Herhaal stap 2 en 3.
Functies registreren onder de Fn1/Fn2/Effect-knoppen U kunt functies registreren onder de Fn1/Fn2/Effect-knoppen zodat u met één druk op de knop instellingen kunt wijzigen of een scherm met functieinstellingen kunt oproepen. U kunt de volgende functies registreren onder de Fn1/Fn2/Effect-knoppen. Functie Pagina — Naar 35 mm p.50 AF meerv./punt p.51 AF meerv./pinpoint p.51 AF/MF p.51 AF/Snap p.51 AF/Ond.Volgen p.51 JPEG > RAW p.50 JPEG > RAW+ p.50 ND-filter p.
1 2 Selecteer [Stel Fn1-knop in], [Stel Fn2-knop in] of [Effectknop instellen] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op de $ knop. Gebruik de knoppen !" om de functie te selecteren die u wilt registreren en druk vervolgens op de # knop. De functie is nu geregistreerd en opnieuw verschijnt het menu [Belangrijke opties].
Andere instellingen wijzigen De helderheid van het scherm wijzigen U kunt de helderheid van het scherm wijzigen. 1 2 3 5 Selecteer [Auto] of [Manual]. Indien u [Auto] selecteert verschijnt opnieuw het menu [Instelling]. Druk op de knop $. Het scherm [LCD-helderheid] verschijnt. Gebruik de knoppen !" om de helderheid te wijzigen. Druk op de knop MENU/OK. Het menu [Instelling] verschijnt opnieuw.
De informatie instellen die moet worden weergegeven in de opnamemodus U kunt de informatie instellen die moet worden weergegeven in de opnamemodus telkens wanneer u een bepaald aantal keer de DISP.-knop indrukt. 1 2 3 Camera-instellingen wijzigen 3 4 Selecteer [DISP.-knop weergave instellen] in het menu [Instelling] en druk vervolgens op de knop $. Het scherm [DISP.-knop weergave instellen] verschijnt. Gebruik de knoppen #$ om [DISP.scherm gebruiken] in te stellen.
De bedieningsgeluiden instellen U kunt de bedieningsgeluiden van de camera instellen bij [Bedieningsgeluiden] en [Volume-instellingen] in het menu [Instelling]. Er zijn de volgende drie bedieningsgeluiden voor de camera. Sluitergeluid Het geluid dat u hoort wanneer u de ontspanknop indrukt. Scherpstellingsgeluid Het geluid dat u hoort wanneer u de ontspanknop half indrukt en de camera op het onderwerp wordt scherp gesteld.
De bestandsnummers resetten Aan elke gemaakte opname wordt automatisch een bestandsnaam met een volgnummer van 6 cijfers (010001 t/m 999999) en het voorvoegsel “R0” (R0010001.JPG t/m R0999999.JPG) toegewezen. Zelfs als u een nieuwe geheugenkaart plaatst, wordt de opeenvolging van bestandsnamen voortgezet vanaf de laatste kaart. De volgnummers kunt u resetten door in het menu [Instelling] de optie [Bestandsnummer terugzetten] te selecteren.
Kennisgeving over copyright instellen U kunt een kennisgeving over copyright instellen die wordt geschreven als Exif-gegevens wanneer opnamen worden gemaakt. 1 2 3 Het scherm [Kennisgeving over copyright] verschijnt. Druk op de knop ". De cursor wordt verplaatst naar het gebied voor selectie van de karakters. Gebruik de knoppen !"#$ om een karakter te selecteren en druk vervolgens op de knop MENU/OK. U kunt maximaal 46 alfanumerieke karakters en symbolen van halve breedte invoeren.
4 Menu’s De camerafuncties worden voornamelijk ingesteld met de menu’s. De volgende menu’s zijn beschikbaar. (De onderstreepte instellingen zijn de standaardinstellingen.) Menu Foto’s nemen Gebruik dit menu om de opname-instellingen in te stellen. Dit menu wordt weergegeven in de opnamemodus. Het hangt van de stand van de modusknop af welke opties kunnen worden geselecteerd. 4 Menu’s 114 Menu-optie Instellingen Pagina Focus Meervoudige AF, Punt AF, Pinpoint-AF, Onderw. p.
Menu-optie Instellingen Pagina Levendig, Standaard, Inst. 1, Inst. 2 p.73 Naar 35 mm Off, Aan p.50 Datum afdruk Off, Datum, Tijd p.76 Continue modus Off, Continue p.62 Auto groepering Off, AE-BKT 1/3EV, AE-BKT 1/2EV, WB-BKT, WB-BKT p.63 instell., Effect-BKT, DR-BKT, CONTRAST-BKT Opname met meerv. belichting Autom. Belichting: Off, Aan Elke afb. opslaan: Off, Aan Opname opslaan: Off, Aan p.64 Intervalopname 00 Min. 01 Sec. t/m 60 Min. 00 Sec. 1 t/m ∞ (Oneindig) p.
Menu-optie Menu’s 116 Pagina +2.0, +1.7, +1.3, +1.0, +0.7, +0.3, 0.0, -0.3, -0.7, p.70 -1.0, -1.3, -1.7, -2.0 Sterkte handmatige flits Vol, 1/1.4, 1/2, 1/2.8, 1/4, 1/5.6, 1/8, 1/11, 1/16, 1/22, 1/32, 1/64 p.71 Flitssynchronisatie 1e gordijn, 2e gordijn p.71 Beperk fluorescentieknipper*1 Off, 50 Hz, 60 Hz p.77 Opnamemodus wijzigen*6 5, P, Av, Tv, TAv, M p.102 Fabrieksinstellingen herstellen — p.
Menu Afspelen Dit menu wordt getoond in de weergavemodus. Gebruik dit menu om opnamen te beheren en te corrigeren. Menu-optie Pagina p.93 Niveaucompensatie p.90 Witbalanscompensatie p.92 Kleurmoiré corrigeren p.92 Bijsnijden p.88 Grootte aanpassen p.87 Scheefheidscorrectie p.87 Filmbestand uitsnijden p.80 Diavoorstelling p.81 Beschermen p.85 DPOF p.95 Van kaart naar intern geh. Kopiëren p.87 Eye-Fi overzetten*1 p.
Menu Belangrijke opties Gebruik dit menu om vaak gebruikte opnameinstellingen te registreren en de functies van knoppen en schakelaars te wijzigen. Menu-optie 4 Pagina MY1/MY2/MY3: Mijn instellingenbox (1 t/m 6) p.99 Mijn instellingen ophalen — p.101 Mijn instellingen bewerken — p.103 Mijn instellingen wissen — p.105 ADJ.-schakelaar instellen Off, ISO [ADJ.-schakelaar instelling 1], Fotogrootte [ADJ.-schakelaar instelling 2], Beeldverhoud. [ADJ.-schakelaar instellen 3], Focus, [ADJ.
Menu-optie Instellingen Pagina C-AF Continu instellen Off, AF-prioriteit, Sluiterprioriteit p.54 AEL/AFL-vergrendeling houden Off, Aan p.54 M-modus op knopdruk Diafragmaprioriteit, Tijdprioriteit, Programma p.42 Standaardwaarden herstellen [Belangrijke opties] — p.
Menu Instelling Gebruik dit menu om de algemene bedieningshandelingen van de camera in te stellen. Menu-optie 4 Pagina Menu’s — p.25 Formatteren [Intern geheugen] — — Bestandsnummer terugzetten — p.112 Bestandsnaam wijzigen R0 p.111 Kennisgeving over copyright — p.113 LCD-helderheid Auto, Manual p.109 Bedieningsgeluiden Alles, Sluitergeluid. p.111 Volume-instellingen Off, Laag, Medium, Hoog p.111 Automatisch uitschakelen Off, 1 t/m 30 Min. (5 Min.) p.
Menu-optie Instellingen Pagina Off, 0.5 Sec., 1 Sec., 2 Sec., 3 Sec., Houden p.33 Weergave-opties raster Raster 1, Raster 2, Raster 3 p.108 DISP.-knop weergave instellen DISP.-scherm gebruiken, Grafisch, Informatieweergave, Raster, Niveau-aanduiding, Histogram p.110 Informatieweergave Aan, Off p.42 Fn-knop instellen Aan, Off p.108 Automatisch draaien Aan, Off p.37 Weergave witverzadiging Aan, Off p.22 Zoomverhouding bij knopdruk 4×, 8×, 16× p.
5 Opnamen downloaden naar uw computer Opnamen gebruiken op een computer U kunt gemaakte foto’s en films overzetten naar een computer door de camera met een USB-kabel aan te sluiten op de computer. U kunt ook gebruikmaken van de bijgeleverde software SILKYPIX Developer Studio 3.0 LE for PENTAX RICOH IMAGING om RAW-bestanden te converteren. Uw computersysteem moet aan de hieronder genoemde eisen voldoen om de camera op de computer aan te kunnen sluiten en de bijgeleverde software te kunnen gebruiken.
Opnamen opslaan op PC Gebruik de bijgeleverde USB-kabel om de camera aan te sluiten op een computer. 1 2 Zet de camera uit. Open de aansluitingenklep, en sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op het USB/AV OUT-aansluitpunt op de camera en het andere uiteinde op de computer. De camera wordt ingeschakeld en gedurende 10 seconden wordt op het scherm “Bezig met verbinden met de PC…..” weergegeven. De camera wordt door de computer herkend als een verwisselbare schijf.
De software installeren De bijgeleverde CD bevat de software SILKYPIX Developer Studio 3.0 LE for PENTAX RICOH IMAGING. U kunt gebruikmaken van SILKYPIX Developer Studio om de kleur van RAW-bestanden te converteren en aan te passen en het bestand op te slaan in JPEG- of TIFF-indeling.
6 Bijlagen Problemen oplossen Foutberichten Indien een foutbericht wordt getoond, volg dan de stappen hieronder. Foutbericht Kaart inbrengen Stel de cameraklok in. Overschrijding van bestandsnummerlimiet Niet gekoppeld bestand Beschermd Kaart is tegen schrijven beschermd. Afdrukinstellingen kunnen niet worden toegepast op dit bestand. Onvoldoende geheugen/ Te weinig capaciteit Intern geheugen formatteren. Gegevens schrijven Geen bestand Kan niet opnemen Het bestand kan niet verzonden worden. Pagina p.
Problemen oplossen Voeding Probleem De camera kan niet worden ingeschakeld. De camera wordt tijdens gebruik uitgeschakeld. 6 Bijlagen 126 De camera kan niet worden uitgeschakeld. Indicatie voor een bijna lege batterij wordt weergegeven of de camera wordt uitgeschakeld terwijl de batterij nog een resterende lading heeft. De batterij kan niet worden opgeladen. De batterij raakt snel leeg. Oorzaak Batterij is leeg of niet geplaatst. Oplossing Plaats de batterij of laad batterij op.
Foto's nemen Probleem Er wordt geen foto gemaakt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt. Oorzaak Batterij is leeg. Camera staat uit of niet in de opnamemodus. De geheugenkaart is niet geformatteerd. De geheugenkaart is vol. De geheugenkaart heeft het einde van zijn levensduur bereikt. De flitser wordt opgeladen. Kan geen foto’s bekijken nadat deze zijn gemaakt. Het scherm is leeg. De camera kan niet scherp stellen in de autofocus-modus. De flitser gaat niet af. De flitser laadt niet op.
Probleem De flitser verlicht het onderwerp niet. Foto’s zijn te helder. Foto’s zijn te donker. Kleuren zijn onnatuurlijk. De helderheid van het scherm verandert tijdens scherpstelling. Op foto’s zijn verticale strepen (“smeer”) te zien. Er worden geen niveau-aanduidingen weergegeven. 6 Bijlagen De foto is niet horizontaal hoewel de niveau-aanduiding aangaf dat de camera horizontaal was. Oorzaak Het onderwerp is meer dan 3 meter verwijderd van de camera. Het onderwerp is donker.
Probleem Kan geen foto’s bekijken op de geheugenkaart, of het scherm wordt niet getoond. Oorzaak De kaart was niet geformatteerd in de camera. De geheugenkaart bevat opnamen die niet op normale wijze zijn gemaakt. De contacten van de geheugenkaart zijn vuil. Kaart defect. Het scherm werd uitgeschakeld. Ik kan een bestand niet wissen. Ik kan de kaart niet formatteren. Batterij is leeg. De camera is automatisch uitgeschakeld om energie te besparen. Bestand is beschermd. De kaart is vergrendeld.
Specificaties Camera Effectief aantal pixels Beeldsensor Lens Brandpuntsafstand Diafragma (f-getal) Scherpstelbereik (vanaf lens) Constructie Scherpstelstanden Sluitertijd Belichtingsregeling Foto’s Films Meting Modus Belichtingscompensatie Bereik belichtingskoppeling 6 Bijlagen ISO-gevoeligheid (standaard-outputgevoeligheid) Witbalans Flitser Flitser Scherm Opnamemodus 130 Modus Richtgetal Bereik (ingebouwde flitser) Flitscompensatie Oplaadtijd Circa 16,2 miljoen pixels APS-C CMOS (circa 16,9 mi
q (equivalent van 16 MB) 4928 × 3264, 4352 × 3264, 3264 × 3264 r (equivalent van 10 MB) 3936 × 2608, 3488 × 2608, 2608 × 2608 s (equivalent van 5 MB) 2912 × 1936, 2592 × 1936, 1936 × 1936 u (equivalent van 1 MB) 1280 × 864, 1152 × 864, 864 × 864 Filmbestand uitsnijden 1920 × 1080, 1280 × 720, 640 × 480 Films 1920 × 1080, 1280 × 720, 640 × 480 Opnamemedia SD/SDHC-geheugenkaart, SDXC-geheugenkaart, Eye-Fi-kaart (X2-serie), intern geheugen (circa 54 MB) Bestandsinde- Foto’s JPEG (Exif ver. 2.
USB-netadapter AC-U1 Voeding Uitgangsspanning Bedrijfstemperatuur Afmetingen (B × H × D) Gewicht AC 100 - 240 V (50/60 Hz), 0,2 A DC 5,0 V, 1000 mA 10°C t/m 40°C 42,5 mm × 22 mm × 66,5 mm (zonder stekker) Circa 40 g (zonder stekker) Oplaadbare DB-65-batterij (Lithium-ion-batterij) Nominale spanning Nominale capaciteit Bedrijfstemperatuur Afmetingen (B × H × D) Gewicht 6 Bijlagen 132 3,6 V 1250 mAh (Min.
Opslagcapaciteit De volgende tabel geeft bij benadering voor diverse formaten een overzicht van het aantal opnamen dat kan worden gemaakt en de opnametijd (in seconden) voor het maken van opnamen in het interne geheugen en op een geheugenkaart.
Optionele accessoires Conversielens, kap en adapter Verwijder de ringkap voordat u een conversielens (GW-3) of de lenskap en adapter aansluit (GH-3). Verwijderen Zet de camera uit en draai de kap linksom totdat u deze kunt verwijderen. Bevestigen Zet de camera uit. Zorg ervoor dat de markering op de ringkap () op één lijn staat met de markering op het camerahuis (), en draai de ringkap rechtsom totdat u een klik hoort.
Externe flitser U kunt een optionele GF-1 TTL-flitsunit aansluiten op de flitsschoen van de camera en deze gebruiken als een TTL-flitser voor automatische belichting. 1 2 3 4 Sluit de flitserklep. Verwijder de flitsschoenbeschermer van de flitsschoen. Flitsschoen Zet de camera en de optionele flitsunit uit en sluit de flitser aan op de flitsschoen van de camera. Zet de flitser en camera aan.
Overige flitsunits 1 2 3 4 Bevestig de flitsunit op de flitsschoen. Zet de camera aan, draai de modusknop naar Av, TAv of M, en stel het diafragma in. Stel de ISO-gevoeligheid in op een andere waarde dan [Auto] of [Auto-hoog]. Zet de externe flitser aan, stel deze in op Auto, en stel het diafragma en de ISO-gevoeligheid in op dezelfde waarde als op de camera.
Gebruik van de camera in het buitenland Gebruik van de USB-netadapter AC-U1 en batterijlader BJ-6 Deze producten zijn voor gebruik met 100–240 V en 50 of 60Hz. Koop, voordat u op reis gaat, een reisadapter voor aansluiting op het type stopcontact dat op uw bestemming wordt gebruikt. Gebruik deze producten niet met elektrische transformators, omdat de camera hierdoor beschadigd kan raken.
Voorzorgsmaatregelen Camera 6 Bijlagen • Dit product is gemaakt voor gebruik in het land waar het product is gemaakt, en de garantie is niet geldig in andere landen. Als het product defect raakt terwijl u in een ander land bent, dan aanvaardt de fabrikant geen verantwoordelijkheid voor reparatie ter plaatse van het product en hieraan gerelateerde kosten. • Laat de camera niet vallen en stel de camera niet bloot aan schokken en stoten.
USB-netadapter AC-U1 • Gebruik de USB-kabel die in het pakket is mee geleverd. • Stel de netadapter niet bloot aan sterke schokken of stoten. • Gebruik de netadapter niet bij extreem hoge of extreem lage temperaturen, of in gebieden die blootstaan aan trillingen. • Gebruik de netadapter niet in een gebied dat blootstaat aan direct zonlicht of hoge temperaturen. • Haal na het opladen het netsnoer uit het stopcontact. Anders kan brand ontstaan.
Behandeling en opslag van de camera Behandeling van de camera • Foto’s kunnen nadelig worden beïnvloed door vingerafdrukken en andere vreemde deeltjes op de lens. Raak de lens niet aan met uw vingers. Verwijder stof of pluisjes met een blaaskwastje dat u kunt aanschaffen in een winkel voor camerabenodigheden, of veeg de lens voorzichtig af met een zachte, droge doek. Maak het scherm schoon met een zachte doek die bevochtigd is met een kleine hoeveelheid schermreiniger die geen organische oplossingen bevat.
Garantiebepalingen Op alle PENTAX RICOH IMAGING-camera’s die via de erkende kanalen door de officiële importeur zijn ingevoerd en via de erkende handel worden gekocht, is een garantie van toepassing op materiaal- en/of fabricagefouten voor een tijdsduur van twaalf maanden na aankoopdatum.
6 Bijlagen 142
6 Bijlagen 143
1e gordijn (flitser)......................................... 71 2e gordijn (flitser)......................................... 71 Bestandsnummer terugzetten............. 112 Bewolkt (witbalans)..................................... 59 Bijsnijden......................................................... 88 Bleach Bypass (effect)................................. 72 Buiten (witbalans)........................................ 59 Bulb...................................................................
Flitser................................................................ 69 Flitsschoen............................................. 15,135 Flitssynchronisatie....................................... 71 Fluorescentieknipper verminderen....... 77 Fn1/Fn2/Effect-knoppen........................ 107 Fn-knoppeninstelling, weergave......... 108 Focus................................................................. 51 Focusbalk........................................................ 52 Formatteren...................
O Onderdelen van de camera...................... 14 Onderwerp vergroot weergeven............ 82 Onderwerp volgen AF (focus).................. 51 Oneindig (Focus).......................................... 51 Ontgrendelingsknop.................................. 23 Ontwikkel RAW.............................................. 93 Oplaadbare batterij............................... 23,26 Opladen........................................................... 26 Opname bij volledig indrukken.............. 58 Opnamemodus.
Witbalans......................................................... 59 Witbalanscompensatie............................... 92 Witbalansgroepering.................................. 63 Z Zelfontspanner.............................................. 34 Zwart-wit (effect)..........................................
PENTAX RICOH IMAGING CO., LTD. 2-35-7, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN (http://www.pentax.jp) PENTAX RICOH IMAGING FRANCE S.A.S. (European Headquarters) 112 Quai de Bezons, B.P. 204, 95106 Argenteuil Cedex, FRANCE (HQ - http://www.pentax.eu) (France - http://www.pentax.fr) PENTAX RICOH IMAGING DEUTSCHLAND GmbH Am Kaiserkai 1, 20457 Hamburg, GERMANY (http://www.pentax.de) PENTAX RICOH IMAGING UK LTD. PENTAX House, Heron Drive, Langley, Slough, Berks SL3 8PN, U.K. (http://www.pentax.co.