Operation Manual

4. Druk op [Printer handinvoer papierformaat].
5. Druk op [Aangepast form.].
Indien er al een aangepast formaat is ingesteld, drukt u op [Wijzigen].
6. Druk op [Verticaal].
7. Voer het formaat van het papier in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets
[ ].
8. Druk op [Horizontaal].
9. Voer het formaat van het papier in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets
[ ].
10. Druk twee keer op [OK].
11. Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Als u dik papier plaatst, geeft u het papierformaat en -type op.
Dik papier of OHP-transparanten instellen via het bedieningspaneel
Bepaalde types van OHP-transparanten voor afdrukken in kleuren kunnen niet worden gebruikt.
Voor meer informatie over de soorten die gebruikt kunnen worden, dient u contact op te nemen
met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Gebruik A4
of 8
1
/
2
× 11 -formaat OHP-transparanten en selecteer het formaat.
Als u OHP-transparanten plaats, moet u de voor- en achterkant van het papier controleren en ze
juist plaatsen.
Indien u op transparanten afdrukt, dient u de afgedrukte vellen één voor één te verwijderen.
1. Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
CMR633
2. Druk op [Instell. papierlade].
3. Druk op [ ].
9. Papier en toner bijvullen
130