Quick Start Guide
Verzending
72
1
Adresboek gebruiken om bestemmingen op te geven
Wanneer bestemmingen worden geprogrammeerd in een bestemmingslijst, kunt u een
bestemming opgeven door een Bestemming-toets te selecteren in de bestemmingslijst.
De geprogrammeerde naam verschijnt op de Bestemming-toets.
Druk op
[
Fax
]
of
[
Internet fax
]
om het type verzending te schakelen tussen fax/IP-Fax
en Internetfax.
Belangrijk
❒
In de bestemmingslijst programmeert u een afzonderlijke faxnummer, IP-Faxbe-
stemming, e-mailadres en/of groep of bestemmingen.
A Druk op [Fax] of [Internet fax] om het type verzending te schakelen tussen
fax/IP-Fax en Internetfax.
B
Druk op de trefwoordtoets waar de gewenste bestemming geprogrammeerd is.
Wanneer u bijvoorbeeld “KANTOOR NEW YORK” dat geprogrammeerd is
onder “LMN” wilt opgeven, drukt u op [LMN].
C Druk op de Bestemming-toets waaronder de gewenste bestemming gepro-
grammeerd is.
Wanneer de gewenste Bestemming-toets niet wordt weergeven, drukt u op
[U] en [T] om door de lijst te bladeren.
Om de selectie te annuleren, drukt u opnieuw op de geselecteerde Bestemming-
toets. U kunt ook op de toets
{
Wis/Stop
}
drukken om de selectie te annuleren.
Als u meer bestemmingen wilt selecteren, herhaalt u de stappen
B
en
C
.
De bestemming is ingesteld en de Bestemming-toets is gemarkeerd.










