Quick Start Guide
Faxen versturen vanaf computers
243
6
Bestemmingen opgeven door rechtstreeks een faxnummer, Internetfaxbestemming of
IP-Faxbestemming in te voeren
A Klik op het tabblad [Bestemming specificeren].
Het tabblad [Bestemming specificeren] wordt weergegeven.
B Selecteer het faxtype in het vervolgkeuzemenu [Type:].
Om met standaardfax of IP-fax te verzenden, selecteert u [Fax]. Om met Inter-
netfax te verzenden, selecteert u [E-mail].
Nadat u het faxtype heeft geselecteerd, verschijnen de items die overeenko-
men met het geselecteerde faxtype.
C Geef de bestemming op.
Geef als volgt de bestemming op, afhankelijk van het geselecteerde faxtype:
•Als u [Fax] heeft geselecteerd: voer het faxnummer in. Om per IP-fax te ver-
zenden, voert u de IP-Faxbestemming in.
•Als u [E-mail] heeft geselecteerd: voer het e-mailadres in.
Om een pauze in het faxnummer in te voeren, klikt u op [Pauze]. Als u [E-mail]
heeft geselecteerd in stap
B
, is [Pauze] niet beschikbaar.
D Geef de instellingen op overeenkomstig het type faxverzending.
Geef als volgt de instellingen op overeenkomstig het type faxverzending dat
u heeft geselecteerd in stap
B
:
•Als u [Fax] heeft geselecteerd, selecteer een regel of protocol in de [Regel:]
lijst.
•Als u [E-mail] heeft geselecteerd, schakelt u het selectievakje [SMTP-server
niet gebruiken] in als u de SMTP-server wilt omzeilen.
E Klik op [Als bestemming instellen].
De ingevoerde bestemming wordt toegevoegd en wordt weergegeven bij
[Lijst van bestemmingen:].
Wanneer u een ingevoerde bestemming wilt verwijderen, klikt u op de be-
stemming en vervolgens op [Van lijst verwijderen].
F Wanneer u meer bestemmingen wilt opgeven, herhaalt u stap
B
en
E
.
Opmerking
❒
Voor het maximum aantal cijfers voor een bestemming, zie “Maximumwaarden”.
Verwijzing
Pag.60 “Verzenden via een faxlijn”
Pag.63 “Verzenden met IP-fax”
Pag.66 “Bezig met verzenden naar E-mailadres”
Pag.274 “Maximum waarden”










