Quick Start Guide

Faxen via computer
240
6
Basisverzending
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u met behulp van Windows-toepassingen
gemaakte faxdocumenten kunt verzenden.
Om een fax te verzenden, hoeft u vanuit een Windows-toepassing alleen maar
[Afdrukken...] te selecteren, vervolgens [LAN-Fax M8] te selecteren als de printer en
vervolgens een bestemming op te geven in het dialoogvenster [LAN-Fax].
Open het document dat u wilt verzenden of maak een nieuw document en voer
daarna de volgende procedure uit.
Zie de Help van LAN-Faxstuurprogramma voor meer informatie.
Belangrijk
Met SmartDeviceMonitor for Client kunt u geen documenten naar dit appa-
raat verzenden met meer dan één LAN-Fax tegelijkertijd.
A In het menu [Bestand] klikt u op [Afdrukken...].
B Selecteer [LAN-Fax M8] in de keuzelijst [Naam:].
C Klik op [OK].
Het dialoogvenster LAN-Fax verschijnt.
De instelprocedure is afhankelijk van de toepassing die u gebruikt. In alle ge-
vallen selecteert u [LAN-Fax M8] als printer.
D Geef de bestemming op.
Voor details over het opgeven van een bestemming, zie de Help van het LAN-
Faxstuurprogramma.
Als gebruikersverificatie wordt gebruikt voor dit apparaat klikt u op [Gebrui-
kersinstellingen...].
E Stel de nodige opties in.
F Klik op [Verzenden].
Als u op [Afdrukken & Verzenden], wordt de fax naar de bestemming verzonden
en drukt het apparaat een kopie van het verzonden document af.
Opmerking
Het apparaat kan documenten vasthouden die verzonden zijn met behulp van
een LAN-Faxstuurprogramma als te verzenden bestanden. Voor het maximum
aantal documenten dat het apparaat kan vasthouden, zie “Maximumwaarden”.
Voor het maximum aantal bestemmingen dat u per bestand kunt opgeven,
zie “Maximumwaarden”.