Quick Start Guide
3
Het display lezen en de toetsen gebruiken
In dit hoofdstuk worden de toetsfuncties en berichten uitgelegd die op het be-
dieningspaneel worden weergegeven.
❖ Eerste display
1. Geeft de datum, tijd en machi-
nestatus weer. Geeft de naam, fax-
nummer van de bestemming en het
formaat van het origineel tijdens het
verzenden weer.
Wanneer gebruikerverificatie is inge-
steld, verschijnt er een Log-in gebruiker-
snaam.
2. Hiermee kunt u documenten ver-
zenden of afdrukken die in de Docu-
ment Server zijn opgeslagen.
3.
Hiermee kunt u de scaninstellingen
en originele invoertypen instellen.
4. Geeft berichten en de apparaat-
status weer.
5. Druk op dit tabblad om het type
verzending te veranderen tussen
fax/IP-Fa en Internetfax.
Wanneer “Instellingen Internetfax” inge-
steld is op “Aan” in het menu Faxeigen-
schappen, verschijnt .
• Wanneer [Fax] geselecteerd is, kunt u
faxnummers of IP-Faxbestemmingen
opgeven.
• Wanneer [Internet fax] geselecteerd is,
kunt u e-mailadressen opgeven.
6. Geeft het ingevoerde nummer
van een bestemming weer.
7.
Hiermee kunt u documenten opslaan
in de Document Server.
8. Druk hierop om uiteenlopende
informatie over communicatie weer
te geven.
NL ALV008S










