Operation Manual
Systeeminstellingen
88
2
❖ Naam afzender autom. specificeren
Stel in of u de naam van de afzender wilt specificeren wanneer u e-mail ver-
zendt.
•Aan
Als u [Aan] selecteert, dan verschijnt het opgegeven e-mailadres in het vak-
je “Van:’. Als u het adres van de afzender niet opgeeft, dan zal het e-mai-
ladres van de beheerder verschijnen in het vakje “Van:’.
Als u de afzender niet opgeeft wanneer een bestand wordt verzonden on-
der de faxfunctie of als het opgegeven e-mailadres niet is geregistreerd in
het adresboek van het apparaat, e-mailadres van het apparaat zal in het
vakje “Van:” verschijnen. Als het apparaat geen e-mailadres heeft, dan zal
het e-mailadres van de beheerder verschijnen in het vakje “Van:”.
• Uit
Als u [Uit] selecteert, dan zal het opgegeven e-mailadres verschijnen in het
vakje “Van:’, maar zult u geen e-mail kunnen verzenden zonder het e-mai-
ladres van de afzender op te geven. Onder de faxfunctie kunt u geen e-mail
verzenden als het opgegeven e-mailadres niet is geregistreerd in het adres-
boek van het apparaat.
❖ E-mailaccount faxen
Geef e-mailadres, gebruikersnaam en wachtwoord op voor het ontvangen
van Internetfaxen.
• Ontvangen
• E-mailadres
Voer een e-mailadres in met maximaal 128 tekens.
• Gebruikersnaam
Voer een gebruikersnaam in met maximaal 64 tekens.
•Wachtwoord
Voer een wachtwoord in met maximaal 64 tekens.
• Niet ontvangen
❖ Intervaltijd opn.verz. scanner
Geef het interval op dat het apparaat wacht voordat het een scanbestand op-
nieuw verzendt, als bestanden niet kunnen worden verzonden naar de bezor-
gingsserver of mailserver.
De standaardinstelling is 300seconde(n).
U kunt met behulp van de cijfertoetsen een intervaltijd opgeven tussen 60 en
999 seconden in stappen van een seconde.
Deze instelling is voor de scannerfunctie.
❖ Aantal scanneroproepen verzendt opnieuw
Stelt een maximum aantal keren in dat een scanbestand opnieuw wordt ver-
zonden naar de bezorgingsserver of de mailserver.
• Aan: 3 ke(e)r(en)
•Uit
Als [Aan] is geselecteerd, dan kan het aantal keren worden ingesteld van 1 tot
99. Deze instelling is voor de scannerfunctie.










