Operation Manual
Bestandsoverdracht
85
2
❖ Ontvangstprotocol
Geef ontvangstprotocol op voor het ontvangen van Internetfax.
• POP3
•IMAP4
•SMTP
❖ POP3 / IMAP4-instellingen
Geef de POP3/IMAP4-servernaam op voor het ontvangen van Internetfaxen.
De opgegeven POP3/IMAP4-servernaam wordt gebruikt voor [POP voor
SMTP].
• Servernaam
Als DNS wordt gebruikt, voer dan de hostnaam in.
Als DNS niet wordt gebruikt, voer dan het IPv4-adres van de
POP3/IMAP4 of server in.
Voer POP3/IMAP4-servernaam in met maximaal 127 tekens. Spaties mo-
gen niet worden ingevoerd.
•Codering
• Autom.
Wachtwoordcodering wordt automatisch ingesteld in overeenstem-
ming met de POP-serverinstellingen.
•Aan
Wachtwoord coderen.
•Uit
Wachtwoord niet coderen.
❖ E-mailadres beheerder
Dit verschijnt als het afzenderaders op gemailde, gescande documenten, als
de afzender niet is opgegeven.
Wanneer u e-mail verzendt onder de Internetfax-functie, dan zal het e-maila-
dres van de beheerder verschijnen als het afzenderadres onder de volgende
omstandigheden:
• De afzender is niet ingesteld en het e-mailadres van het apparaat is niet ge-
registreerd.
• De opgegeven afzender is niet geregistreerd in het adresboek van het ap-
paraat en het e-mailadres van het apparaat is niet geregistreerd.
Wanneer u SMTP-verificatie uitvoert voor de bestanden die zijn verzondern
met de Internetfax-functie, dan zal het e-mailadres van de beheerder verschij-
nen in het “vakje ’Van:’. Als u de gebruikersnaam en het e-mailadres heeft op-
gegeven in [SMTP verificatie], zorg er dan voor deze instelling op te geven.
Voer maximaal 128 tekens in.
Specificeer afzender op gemailde, gescande documenten, als [Naam afzender
autom. specificeren] is [Uit].










