Operation Manual
Systeeminstellingen
84
2
•SMTP AUTH
•Aan
Gebruikersnaam
Voer de gebruikersnaam in met maximaal 191 tekens. Spaties mogen
niet worden ingevoerd. Afhankelijk van het SMTP-servertype, moet
’domein’ worden opgegeven. Voeg ’@’ toe na de gebruikersnaam, zoals
in ’gebruikersnaam@domein’.
E-mailadres
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in met maximaal 63 tekens. Spaties mogen niet
worden ingevoerd.
Codering: Autom. / Aan / Uit
[Codering]-[Autom.]: Gebruiken als de verificatiemethode PLAIN, LO-
GIN, CRAM-MD5 of DIGEST-MD5 is.
[Codering]-[Aan]: Gebruiken als de verificatiemethode CRAMMD5 of DI-
GEST-MD5 is.
[Codering]-[Uit]: Gebruiken als de verificatiemethode PLAIN of LOGIN
is.
• Uit
❖ POP voor SMTP
Geef POP-verificatie op (POP voor SMTP).
Wanneer u e-mail verzendt naar een SMTP-server, dan kunt u het beveili-
gingsniveau van de SMTP-server verhogen door voor verificatie verbinding
te maken met de POP-server.
Om POP-serververificatie in te schakelen voor het verzenden van e-mail via
de SMTP-server, moet u [POP voor SMTP] instellen op [Aan]. E-mail wordt ver-
zonden naar de SMTP-server nadat de tijd die is ingesteld voor [Wachttijd na
aut.] is verstreken.
Als u [Aan] selecteert, voer dan [Servernaam] in in [POP3 / IMAP4 Instellingen].
Controleer ook het poortnummer voor [POP3] in [E-mail communicatiepoort].
•Aan
• Wachttijd na authent.: 300 msec.
Geef [Wachttijd na aut.] op van nul tot 10.000 milliseconden, in stappen
van een milliseconde.
• Gebruikersnaam
Voer de gebruikersnaam in met maximaal 63 tekens. Spaties mogen niet
worden ingevoerd.
• E-mailadres
•Wachtwoord
Voer het wachtwoord in met maximaal 63 tekens. Spaties mogen niet
worden ingevoerd.
• Uit










