Operation Manual
Het apparaat aansluiten
54
1
❖ [Bestand doorzenden] → [SMTP Server]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Bestand doorzenden] → [SMTP verificatie]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Bestand doorzenden] → [POP voor SMTP]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Bestand doorzenden] → [Ontvangstprotocol]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Bestand doorzenden] → [POP3 / IMAP4 Instellingen]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Bestand doorzenden] → [E-mailadres beheerder]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.










