Operation Manual
Het apparaat aansluiten
50
1
❖ [Netwerk] → [NW-frametype] → [Ethernet 802.3]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Netwerk] → [NW-frametype] → [Ethernet SNAP]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Netwerk] → [SMB Computernaam]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Netwerk] → [SMB Werkgroep]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Netwerk] → [Ethernet snelheid]
• Web Image Monitor: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de
instelling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Netwerk] → [Type LAN] → [Ethernet]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.










