Operation Manual
Het apparaat aansluiten
48
1
❖ [Netwerk] → [WINS configuratie] → [Aan] → [Eerste WINS server]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Netwerk] → [WINS configuratie] → [Aan] → [Tweede WINS server]
• Webafbeeldingsmonitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de
instelling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Netwerk] → [WINS configuratie] → [Aan] → [Scope ID]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan niet worden gebruikt voor het opge-
ven van de instelling.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Netwerk] → [Effectief protocol] → [IPv4]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin:U kunt de TCP/IP-instellingen als Smart-
DeviceMonitor for Admin communiceert met het apparaat met behulp
van IPX/SPX.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Netwerk] → [Effectief protocol] → [IPv6]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin: Kan worden gebruikt voor het opgeven
van de instelling.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.
❖ [Netwerk] → [Effectief protocol] → [NetWare]
• Web Image Monitor: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instel-
ling.
• SmartDeviceMonitor for Admin:U kunt de IPX/SPX-instellingen als
SmartDeviceMonitor for Admin communiceert met het apparaat met be-
hulp van TCP/IP.
• telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.










