Operation Manual
Addressen en gebruikers registreren voor fax-/scannerfuncties
256
7
Een protocol selecteren
A Druk op [Select. Regel].
B Selecteer [H.323] of [SIP].
De SUB-code programmeren
A Druk op [Geav. Eigensch.] en druk vervolgens op [SUB Code].
B Druk op [Wijzigen] onder TX SUB-code.
C Typ de SUB-code in en druk vervolgens op [OK].
D Voor het invoeren van een wachtwoord drukt u op [Wijzigen] onder Wacht-
woord (SID).
E Gebruik de cijfertoetsen om het wachtwoord in te voeren en druk vervol-
gens op [OK].
F Druk op [OK].
De SUB-code programmeren
A Druk op [Geav. Eigensch.] en druk vervolgens op [SUB Code].
B Druk op [Wijzigen] onder RX SEP-code.
C Typ een SUB-code in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [OK].
D Voor het invoeren van een wachtwoord drukt u op [Wijzigen] onder Wacht-
woord (PWD).
E Gebruik de cijfertoetsen om het wachtwoord in te voeren en druk vervol-
gens op [OK].
F Druk op [OK].
De internationale TX-modus instellen
A Druk op [Wijzigen] onder Internationale TX-modus.
B Selecteer [Uit] of [Aan] en druk vervolgens op [OK].
De faxkoptekst selecteren
A Druk op [Wijzigen] onder Faxkoptekst.
B Selecteer [1e naam] of [2e naam] en druk vervolgens op [OK].










