Operation Manual
Faxeigenschappen
198
4
F Druk op [Doorzendbox].
G Voer een Boxnaam in en druk vervolgens op [OK].
H Voer een SUB-code in.
Om de SUB-code te wijzigen drukt u op [Wissen] of {Wis/Stop} en probeert u
het opnieuw. Om een Boxnaam te wijzigen drukt u op [Boxnaam] en herhaalt
u de procedure vanaf stap
G
.
I Geef de voorwaarde voor registratie op.
J Om Eindontvangers te programmeren selecteert u een Eindontvanger.
U kunt vijf Eindontvangers opslaan.
K Geef Eindontvangers op met Bestemmingstoetsen en druk dan op [OK].
U kunt het display veranderen in de faxbestemming, Internetfaxbestemming
and IP-faxbestemming met de toets aan de linkerkant van het display.
Een ontvangststation kan ook worden geregistreerd als een groepsbestem-
ming. Er kunnen echter in een dergelijk geval maximaal 500 partijen inclusief
1-5 Eindontvangers per groep worden opgegeven.
Om nog een Eindontvanger te registreren, herhaalt u de procedure vanaf stap
J
.
L Om een wachtwoord te programmeren drukt u op [Wachtwoord].
Als u geen wachtwoord wilt programmeren, gaat u naar stap
O
.










