Operation Manual

Faxeigenschappen
188
4
Boxinstellingen
De volgende functies zijn voor het bezorgen en verzenden van documenten:
Persoonlijke box
Informatiebox
•Doorzendbox
SUB-code en SEP-code
SUB-code en SEP-code zijn ID’s die bestaan uit maximaal 20 cijfers en kunnen
nummer, #, * en spaties bevatten.
Om deze functie te kunnen gebruiken moet u vooraf een box en SUB-/SEP-
code programmeren. De andere partij kan documenten verzenden naar en
documenten ontvangen van deze box door de code te gebruiken.
Opmerking
Het gecombineerde totale aantal items dat kan worden opgeslagen met de
functies Persoonlijke box, Informatiebox en Doorzendbox is 150.
U kunt dezelfde Boxcode niet instellen voor twee verschillende boxen.
Verzenden of programmeren kan wellicht niet toegestaan zijn als er niet vol-
doende vrij geheugen beschikbaar is. De hoeveelheid beschikbaar vrij geheu-
gen hangt af van het feit of de optionele apparatuur is geïnstalleerd.
Persoonlijke boxen programmeren/wijzigen
Dit gedeelte beschrijft hoe u Persoonlijke boxen programmeert.
U kunt de volgende items programmeren:
Boxnaam (vereist)
Maximaal 20 tekens lang
SUB-code (vereist)
Maximaal 20 tekens lang en kan worden samengesteld uit cijfers 0-9, “#’, “*’
en spaties (het eerste teken kan geen spatie zijn).
Wachtwoord (optioneel)
Maximaal 20 tekens lang en kan worden samengesteld uit cijfers 0-9, “#’, “*’
en spaties (het eerste teken kan geen spatie zijn).
Wanneer u een wachtwoord programmeert, dan wordt er een teken voor de
Boxnaam weergegeven.
Ontvanger (optioneel)
U kunt één bezorgingsbestemming voor elke Persoonlijke box programme-
ren. Geef een bezorgingsbestemming op die wordt geprogrammeerd in Be-
stemmingssleutel.
A Druk op [Faxeigenschappen].
B Druk op [Alg. eigensch.].