Operation Manual
Faxeigenschappen
156
4
Scanformaat programmeren/wijzigen/
wissen
Veelgebruikte scanformaten programmeren.
Belangrijk
❒ Wanneer u een scanformaat programmeert of wijzigt, dan raden wij u aan het
nieuwe formaat te noteren.
Wanneer u een scanformaat selecteert voor het scannen een aangepast origineel-
formaat, dan zijn er twee aangepaste formaten beschikbaar (Programmeer for-
maat 1 en Programmeer formaat 2). Gebruik deze functies voor het vooraf
programmeren van een aangepast formaat. De procedure is hetzelfde voor pro-
grammeren en wijzigen.
U kunt maximaal twee formaten programmeren.
Geef een horizontale lengte op van 128 tot 1200 mm of van 5,5 tot 47 inches.
A Druk op [Faxeigenschappen].
B Druk op [Scaninstellingen].
C Druk op [Scanform. progr/wijz/verw].
D Selecteer [Progr. Formaat 1] of [Progr. Formaat 2].
E Voer een horizontaal formaat op met de cijfertoetsen.
Telkens wanneer u drukt op [mm] of [inch], dan wisselen de eenheden tussen
“mm’ en “inch’. Als u een lengte invoert en drukt op [mm] of [inch], dan wordt
de lengte automatisch geconverteerd naar de eenheid (gebroken getallen
worden afgerond). Als u bijvoorbeeld {2}, {2} en {0} in millimeters invoert
en omschakelt naar “inch’, dan wordt de lengte “8,7 inch’ op het display
weergegeven. Als u weer op [mm] of [inch] drukt, dan wordt “221 mm’ weer-
gegeven.
Als u zich vergist, drukt u op [Wissen] of {Wis/Stop} en probeert u het op-
nieuw.
Om een scanformaat te annuleren drukt u op [Annuleren].










