Operation Manual
Faxeigenschappen
150
4
❖ Faxinformatie programmeren
Programmeer informatie die moet worden weergegeven op het display van
het andere apparaat en afgedrukt als een rapport. De volgende informatie
kan worden geprogrammeerd.
•Faxkoptekst
• Eigennaam
•Eigen faxnummer
Voor details over het programmeren van Faxinformatie raadpleegt u ’Faxin-
formatie registreren’
❖ H.323 inschakelen
Geef op of H.323 wordt gebruikt voor IP-faxverzending.
•Aan
•Uit
❖ SIP inschakelen
Geef op of SIP wordt gebruikt voor IP-faxverzending.
•Aan
•Uit
❖ H.323-instellingen
Stel het IPv4-adres of hostnaam en het alternatieve telefoonnummer van de
gatekeeper in.
Als u [Aan] selecteert met de Gebruikersparameters, dan kunt u de gate-
keeperserver gebruiken. Zie “Parameterinstelling” (schakelaar 34, bit 0).
U kunt cijfers gebruiken en symbolen (“#” en “*”) voor de registratie van het
alternatieve telefoonnummer in de H.323-instellingen. Zorg ervoor dat u
deze tekens correct invoert.
A Druk op [Faxeigenschappen].
B Druk op [Oorspr. Inst.].
C Druk op [H.323 instellingen].
D Druk op [Wijzigen] voor elke eigenschap.
E Voer het IPv4-adres of hostnaam en het alternatieve telefoonnummer van
de gatekeeper in en druk op [OK].
F Druk op [OK].










