Operation Manual
Faxeigenschappen
148
4
Oorspronkelijke instellingen
Dit gedeelte beschrijft de gebruikersinstellingen in het menu Oorspronkelijk in-
stellingen onder Faxeigenschappen.
❖ Parameterinstelling
Met Gebruikersparameters kunt u verschillende instellingen aan uw behoef-
ten aanpassen.
Voor details over Parameterinstellingen raadpleegt u ’Parameterinstellin-
gen’.
❖ Parameterinstelling: lijst afdrukken
U kunt de lijst met parameterinstellingen afdrukken.
Druk deze lijst af om de huidige instellingen Gebruikersparameters te bekij-
ken. Alle parameterinstellingen worden echter niet afgedrukt.
A Druk op [Faxeigenschappen].
B Druk op [Oorspr. Inst.].
C Druk op [Parameterinstelling: Lijst afdrukken].
D Druk op de toets {Start}.
Om het afdrukken van een lijst te annuleren voordat u de {Start}-toets in-
drukt, drukt u op [Annuleren] of de toets {Wis/Stop}.
E Druk op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller}.
❖ Programma gesloten netwerkcode
Registreer een ID dat is vereist voor communicatie met een Gesloten netwerk.
A Druk op [Faxeigenschappen].
B Druk op [Oorspr. Inst.].
C Druk op [Progr. Gesloten Netwerk code].
D Voer een ID in met de cijfertoetsen en [A] tot [F] en druk vervolgens op
[OK].
Registreer een viercijferig nummer met 0 tot 9 en A tot F (behalve 0000 en
FFFF).
E Druk op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller}.










