Quick Start Guide

PCL - De printereigenschappen bewerken
67
2
C In het menu [Bestand...] klikt u op [Documentstandaarden].
Het dialoogvenster [Standaard] wordt weergegeven.
D Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK].
Opmerking
De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle
toepassingen gebruikt.
Verwijzing
Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma.
Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken
U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken.
Om printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing te maken, opent u het
eigenschappenvenster van de printer van deze toepassing. Hierna wordt uitge-
legd hoe u de instellingen maakt voor de toepassing WordPad van Windows
NT 4.0.
A In het menu [Bestand] klikt u op [Afdrukken].
Het dialoogvenster [Afdrukken] wordt weergegeven.
B Selecteer in de lijst [Naam] de gewenste printer en klik op [Voorkeursinstellin-
gen].
Het dialoogvenster Printereigenschappen verschijnt.
C Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK].
D Klik op [OK] om de afdruktaak te starten.
Opmerking
Hoe precies het eigenschappenvenster van de printer wordt geopend, is
afhankelijk van de toepassing. Lees voor meer informatie de handleidin-
gen bij de betreffende toepassingen.
In sommige toepassingen worden de instellingen van het printerstuurpro-
gramma niet gebruikt maar worden de standaardinstellingen van de toe-
passingen ingeschakeld.
Alle instellingen, die u met gebruikmaking van de volgende procedure
maakt, zijn alleen geldig voor de huidige toepassing.
Gewone gebruikers kunnen de eigenschappen in het dialoogvenster [Af-
drukken] van een toepassing wijzigen. De hier gemaakte instellingen wor-
den als standaardinstellingen gebruikt in deze toepassing.
Verwijzing
Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma.